BS1: Je omgeving waarnemen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BS1: Je omgeving waarnemen

Waar denk jij aan bij het woord WAARNEMEN? 

Waarnemen

Leerdoelen

• Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  
• Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
  
• Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.

Waarnemen

Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen.

Zintuig = orgaan dat reageert op invloeden uit je omgeving.

Invloed = prikkel

Prikkels

Invloeden vanuit de omgeving.

opgevangen door zintuigen, waardoor je ze kunt waarnemen.

Licht, geluid, geur, smaak en aanraking.

Zintuigen

• Hebben speciale zintuigcellen die prikkels opvangen.
• Sturen een impuls (elektrisch signaal) naar de hersenen, via de zenuwen.
• In je hersenen wordt je bewust van de prikkels.

Filmpje

Centrale zenuwstelsel bestaat uit?

Waar bestaat het zenuwstelsel uit?

Welke zintuigen worden in het voorbeeld benoemt?

Welke prikkels worden in het voorbeeld benoemt?

Wat is het respons?

Zintuigen

Alle zintuigen samen = zintuigenstelsel

Zintuigen en prikkels

• Elk zintuig vangt andere prikkels op.
• Sommige vangen er maar 1 op, andere 4.
  

Zintuigen & prikkels

Geluid

Licht

Warmte

Kou

Druk

Aanraking/ tast

Geur

Smaak

zintuigen in de huid

B1: Je omgeving waarnemen

Zintuigen

Oren: 

• Gehoorzintuig
• Evenwichtszintuig

Pijnpunten

• Pijnpunten nemen pijn waar. 
• Pijnpunten zijn vrije uiteinden van een gevoelszenuw. 

Drempelwaarde

In de zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.

De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt  = de drempelwaarde

Beïnvloeding van de drempelwaarde door gewenning

Drempelwaarde

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:

1. Zenuwen
2. Zenuwen en Ruggenmerg
3. Zenuwen en Hersenen
4. Hersenen en Ruggenmerg

Welke zintuigen zitten in de huid?

1. Tast, druk, warmte, koude en pijn
2. Tast, druk, warmte, koude en gehoor
3. Warmte, koude, zicht en pijn
4. Smaak en reuk

Welk deel van een zintuig maakt impulsen wanneer het prikkels opvangt?

1. De tastknopjes
2. De zintuigcellen
3. De zenuwcellen
4. De impulscellen

Geef aan welke pijl geen een
prikkel aan en welke het impuls?

1. Blauwe pijlen = impuls Rode pijlen = prikkel
2. Rode pijlen = prikkel Blauwe pijlen = impuls
3. Dat is niet te zien in de afbeelding
4. Beide kleuren geven dit niet aan

Welke zintuigen zitten in de huid ?

Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?

1. Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
2. Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
3. Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
4. Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde

Huiswerk 1 t/m 8