les vacances klas 4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Qu'est-ce qu'on va faire/apprendre aujourhui?

- on va discuter de choses pratiques (livrets, cahiers, planning etc.)

- on va parler des vacances (= toetsstof)

à apporter:

• 2 schriften (1 blijft op school)
• koptelefoon/oortjes (als ik dat aangeef)
• manuel libre service
• snelhechter met de verschillende boekjes (Tour Eiffel, grammairiche, parler en français, ) Tour Eiffel= vocabulaire mag je thuis houden

Planning:

- jaarplanning in SOM today

-toetsen plannen we volgende week

- we starten nu met het groene boekje

Parler des vacances

00:25

Wat is een 'destination de rêve'?

00:55

Welke tijd gebruikt deze mevrouw om haar werkwoorden te vervoegen?

01:23

Wat betekent 'j'ai pas mal voyagé'?

01:35

Wat is Ecosse?

01:48

Waarom wil zij naar New York?

02:16

Wat wil dit meisje in de VS doen?

02:56

Wat zijn 'cerisiers'?

03:27

Hoe zegt hij: het is een land dat ik super interessant vind?

03:47

Wat zijn 'grosses randos'?

04:17

Hoe zegt ze: 'in contact komen met de lokale bevolking'?

04:34

Wat betekent 'j'avais envie de découvrir'?

05:10

Wat is 'joie de vivre'?

05:21

Wat is 'se reposer'?

06:32

Wat is 'accueillant'?

08:39

Wat is 'chez des locaux'?

Maintenant c'est à vous

Vous allez parlez de vos vacances à l'aide des phrases du livre vert. Préparez une conversation de 2 minutes ensemble. Vous avez 10 minutes de préparation pour apprendre la conversation par coeur.

Quel est ton pays de vacances favori?

Acronyme

1. Maak nu een acronyme in je schrift (chromebook dicht).  Gebruik je favoriete vakantieland.
2. Exemple: la France (fantastique, ravissante, acceuillante, nature, culture, émotions)
3. Enfin, écrivez une petite histoire sur votre pays favori dans votre cahier à la base de votre acronyme
4. Fini? Choisis un jeu: jeu 1 / jeu 2 / jeu 3

Ik kan nu praten over mijn vakantie in het Frans

0100