20 januari

Wat betekent 'klaren'?
A
iets schoonmaken
B
zorgen dat het afkomt
C
eten maken
D
iets kopen
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat betekent 'klaren'?
A
iets schoonmaken
B
zorgen dat het afkomt
C
eten maken
D
iets kopen

Slide 1 - Quiz

Wat betekent 'bedwingen'?
A
dat je iemand dwingt
B
dat je boos bent
C
dat je de baas over iets bent
D
dat je het leuk vindt

Slide 2 - Quiz

Wanneer ben je 'professioneel'?
A
dat je iets als je werk doet
B
dat je een professor bent
C
dat je iets lekker vindt
D
dat je moe bent

Slide 3 - Quiz

Wat zijn 'amfibieën'?
A
dieren die in het water leven
B
dieren die op het land leven
C
dieren die op het water en in het land leven
D
dieren die in de lucht leven

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'demonteren'?
A
het in elkaar zetten
B
het opeten
C
het bellen
D
het uit elkaar halen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het als je 'de eindjes aan elkaar moet knopen'?
A
dat je weinig geld hebt
B
dat je veel geld hebt
C
dat je moe bent
D
dat je een springtouw maakt

Slide 6 - Quiz

Wat is een 'roedel'?
A
een groep mensen
B
een groep vogels
C
een groep vissen
D
een groep dieren

Slide 7 - Quiz

Wanneer is iets 'uniek'?
A
als iets duur is
B
als iets de enige in zijn soort is
C
als iets mooi is
D
als iets lelijk is

Slide 8 - Quiz

Waar voor staat de afkorting F.C.?
A
Friese Club
B
Foute Club
C
Football Club
D
Fietsen Club

Slide 9 - Quiz

Wanneer is iets 'rijp'?
A
als je het kunt eten
B
als je het kunt oprapen
C
als je het lekker vindt
D
als je het mooi vindt

Slide 10 - Quiz