procenten verhoudingen
Om 20 procent ergens van uit te rekenen, moet je altijd eerst 1 procent ervan uitrekenen.
A
ja
B
nee
C
moet niet, mag wel
D
ik heb geen idee
1 / 10
Éléments de cette leçon
Om 20 procent ergens van uit te rekenen, moet je altijd eerst 1 procent ervan uitrekenen.
A
ja
B
nee
C
moet niet, mag wel
D
ik heb geen idee
Slide 1 - Quiz
200% stijging betekent:
A
een verdubbeling van de waarde
B
de waarde wordt drie keer zoveel
Slide 2 - Quiz
6% rente van een spaarbedrag kan wel eens meer zijn dan 6% rente van een ander spaarbedrag.
Geef een voorbeeld....
Geef een voorbeeld....
Slide 3 - Question ouverte
50% + 25% = 62,5 % klopt dat of niet?
Laat zien met een tekening of berekening.
Laat zien met een tekening of berekening.
Slide 4 - Question ouverte
Van 1000 ondervraagde studenten geeft 21% aan "soms' of 'regelmatig" te roken.
Hoeveel rokers zijn er in deze groep studenten?
Hoeveel rokers zijn er in deze groep studenten?
Slide 5 - Question ouverte
In een inktpatroon van 45 ml zit nog 8,1 ml inkt.
Hoeveel procent van het patroon is nog gevuld met inkt?
Hoeveel procent van het patroon is nog gevuld met inkt?
Slide 6 - Question ouverte
21 van de 175 personeelsleden van de supermarkt zijn jonger dan 15 jaar.
Hoeveel % is dat?
Hoeveel % is dat?
Slide 7 - Question ouverte
Over het brutosalaris betaal je 35% belasting. Je netto salaris is €1.690,-
Bereken je bruto salaris
Bereken je bruto salaris
Slide 8 - Question ouverte
Bij de aankoop van een t-shirt krijg je 20% korting
Je betaalde € 27,-
Hoeveel kostte dat t-shirt zonder korting?
Je betaalde € 27,-
Hoeveel kostte dat t-shirt zonder korting?
Slide 9 - Question ouverte
De prijzen van T-shirts zijn met 20% gestegen. Na deze verhoging betaal ik € 27,-. Hoeveel euro kostte mijn T-shirt voor de verhoging?
