NK, Kapitel 6, les 3, week 37

Willkommen, heute ist Freitag
13. September 2024
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Willkommen, heute ist Freitag
13. September 2024

Slide 1 - Diapositive

Lernziel(e)
Kun je regelmatige werkwoorden met de stam op -d/-t in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Weet je hoe je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t moet vormen.




Slide 2 - Diapositive

Programma:
  • Huiswerk nakijken
  • Grammatica uitleg
  • Zelfstandig aan het werk




Slide 3 - Diapositive

Huiswerk nakijken
1. Maak in je boek van Kapitel 6, B

Aufg. 4, 5, 6, 7
2. Maak in je boek van Kapitel 6, C
Aufg. 8, 9

Slide 4 - Diapositive

Wat is een zwak/regelmatig werkwoord?
  • verleden tijd: geen klinkerverandering.
  • kun je volgens een vast patroon vervoegen.
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in        het Duits zwak.voor het vervoegen van een werkwoord heb      je de persoonlijke voornamenwoorden nodig

Slide 5 - Diapositive

De persoonlijke vnw in het Duits zijn:
ik    = ich
jij     = du
hij/zij/het  = er/sie/es
wij    = wir
jullie = ihr
    zij/ u      = sie/Sie

Slide 6 - Diapositive

Hoe krijg je de stam?
Hele werkwoord min en is de stam
de -en of -n weg te laten
Voorbeelden:

wohnen - en = wohn
spielen - en = spiel
kommen - en = komm
angeln - en = angl

machen > mach;  spielen > spiel;  radeln > radel

Slide 7 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 8 - Diapositive

Er zijn 2 uitzonderingen
  1. Als de stam op -d / -t eindigt, dan komt er na de stam een extra -e  :        du, er/sie/es en ihr vorm.                                                                                                        
  2. Als de stam op een 's'-klank eindigt   (bijv. s, ss, ß, z) dan komt er bij du alleen een 't' achter de stam


Slide 9 - Diapositive

Het werkwoord komt er dan als volgt uit te zien:
                     heißen
ich              heiße
du               heißt
er/sie/es  heißt
wir              heißen
ihr               heißt
sie/Sie      heißen

Slide 10 - Diapositive

Het werkwoord komt er dan als volgt uit te zien:
                     antworten
ich              antwort e  
du               antwort t
er/sie/es  antwort t
wir              antwort en
ihr               antwort e t
sie/Sie      antwort en

Slide 11 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
1. Maak in je boek van Kapitel 6,
Aufg. 10, 11, 12 en 13

2. Maak het werkblad regelmatige werkwoorden



Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
1. Maak in je boek van Kapitel 6,
Aufg. 10, 11, 12 en 13

2. Maak het werkblad regelmatige werkwoorden



Slide 13 - Diapositive

Hausaufgaben
1. Maak in je boek van Kapitel 6, D
    Aufg. 10, 11, 12 en 13

2. Maak het werkblad regelmatige werkwoorden
3. Leer de  Lernliste van Kapitel 6, Niederländisch - Deutsch, 
     S. 26








Slide 14 - Diapositive

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 15 - Diapositive

Hausaufgaben

1. Maak in de online methode van Kapitel 1, Aufg. 1, 2 en 3







Slide 16 - Diapositive

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Kun je specifieke informatie vinden en begrijpen in een folder.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive