De ingang van een kathedraal was een soort poort naar de
hemel. Overal stonden beelden van
heiligen die
voorbeeldig hadden geleefd. Door voorbeeldig te leven dacht men naar de hemel te gaan. Men nam een voorbeeld aan de heiligen.
Naar een kathedraal gaan was een heel uitje: enorm veel versieringen, glas-in-lood, schilderijen, beelden, etc.
Kathedralen verzorgden ook de opleiding tot priester. Je leerde je taken, schrijven, tekenen, prediken en noem maar op.