Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling PV TT en PV VT klas 4
Weten jullie het nog?
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Weten jullie het nog?
Slide 1 - Diapositive
Werkwoordspelling PV TT en PV VT
Slide 2 - Diapositive
Verleden tijd 't Kofschip X
Branden
Hij ............... gisteren een kaarsje in de kerk voor zijn oma.
1. Hele werkwoord -en (brand)
2. Laatste letter in het kofschip? Ja = te(n) Nee= de(n)
3. Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
Slide 3 - Diapositive
Verleden tijd
Slide 4 - Diapositive
Hoe werkt het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd?
Slide 5 - Question ouverte
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
De hond … morgen naar het asiel gebracht.
A
wort
B
word
C
wordt
D
worden
Slide 6 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Mijn moeder .... gisteren de hele kamer .
A
stofzoog
B
zoog stof
C
stofzuigte
D
stofzuigde
Slide 7 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Ik kan niet geloven dat dit nu echt (gebeuren) …. .
Slide 8 - Question ouverte
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
(beloven) .... hij dat nu echt?
Slide 9 - Question ouverte
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Het vliegtuig … een uur geleden.
A
land
B
landt
C
lande
D
landde
Slide 10 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
… jouw zus de bestelling op tijd?
A
bezorgt
B
bezorgd
C
Bezorgt
D
Bezorgd
Slide 11 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Vroeger … die jongen altijd in het park.
A
skate
B
skatet
C
skated
D
skatete
Slide 12 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Ik (vinden) … dat echt ongelooflijk!
Slide 13 - Question ouverte
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Hij … zijn cavia heel erg.
A
miste
B
misde
C
mistte
D
misdde
Slide 14 - Quiz
Wat hoort er op de plekken van de puntjes?
Morgen … zij naar Amsterdam, maar ze is vorig jaar ook al ... .
A
verhuist - verhuist
B
verhuist - verhuisd
C
verhuisd - verhuist
D
verhuisd - verhuisd
Slide 15 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling PV TT en PV VT klas 4
Septembre 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoordspelling klas 4
Août 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling instaptoets
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Engelse werkwoorden 1
Octobre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2BKT Persoonsvorm tt en vt
Octobre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1