Week 24 NaSk 3K les 2

Tijdens deze les:
Herhaal je wat spanning is.
Herhaal je wat vermogen is.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Tijdens deze les:
Herhaal je wat spanning is.
Herhaal je wat vermogen is.

Slide 1 - Diapositive

Herhaling.

Slide 2 - Diapositive

Welke kleine deeltjes zorgen ervoor dat er stroom door een elektrische schakeling gaat?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is stroom?
A
Ampere
B
Hoeveel Volt ergens over staat.
C
Hoeveel deeltjes er per seconde ergens langs gaan.
D
De hoeveelheid elektrische energie.

Slide 4 - Quiz

Stroom.
Stroom meten we in A en het symbool voor stroom is I. Je kijkt bij het meten van stroom hoeveel elektronen er per seconde ergens langs gaan.

Slide 5 - Diapositive

Spanning.
Ieder elektron dat door een stroomkring gaat krijgt wanneer hij langs de batterij gaat energie mee.

Slide 6 - Diapositive

Wat gebeurt er met die energie?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is spanning? Schrijf zoveel mogelijk wat je nog weet op.

Slide 8 - Question ouverte

Spanning.
De spanning heeft symbool U en meten we in Volt. De spanning is de hoeveelheid elektrische energie die een elektron van de batterij mee krijgt.

Slide 9 - Diapositive

Vermogen.
M.b.v. de stroom en de spanning kan je berekenen hoeveel energie een apparaat per seconde gebruikt. Dit is het vermogen met symbool P en eenheid Watt.

Slide 10 - Diapositive

Vermogen.
Hiervoor moet je weten hoeveel elektronen per seconde door het apparaat gaan en hoeveel energie die bij zich hebben.

Slide 11 - Diapositive

Vermogen.
Stel dat er 0,5A stroom door het apparaat gaat en de spanning is 5V dan weet je dat die gehele 0,5A aan elektronen 5V bij zich hebben.

Slide 12 - Diapositive

Vermogen.
Je berekent P dan zo:
I x U = P
0,5 x 5 = P
2,5 W = P

Slide 13 - Diapositive

Vermogen
De formule voor het vermogen is dan:
P = U x I

Slide 14 - Diapositive

Bereken het vermogen van een lamp waar een stroom van 0,2A door heen gaat en een spanning van 20V over staat.

Slide 15 - Question ouverte

Bereken hoeveel stroom er door een 100W lamp gaat als er een spanning van 230V over staat.

Slide 16 - Question ouverte

Kilowattuurmeter.
Een kilowattuurmeter meet hoeveel energie jij gebruikt thuis. Deze vind je in de meterkast en in je boek onderaan bladzijde 39.

Slide 17 - Diapositive

Einde.

Slide 18 - Diapositive