MV - Wie we ook zijn, we maken samen de samenleving

• MV
• Secundair onderwijs

Maatschappelijk vorming

H1: 'Wie we ook zijn, we maken samen de samenleving'

Bij welk protest zou jij meelopen?

Waar haal je die mening vandaan?

Ouders

Vrienden

Internet

Andere

Welke uitspraak past het best bij jou?

1. De samenleving maakt wie ik ben.
2. Ik ontwikkel en maak mezelf.

Welke uitspraak past het best bij jou?

De samenleving maakt wie ik ben

Ik ontwikkel en maak mezelf

Zijn identiteit en persoonlijkheid

1. hetzelfde
2. iets anders

Identiteit

= resultaat van (al dan niet expliciete) keuzes die je maakt

Persoonlijkheid

= vrij stabiel gegeven. Het maakt je uniek en het is herkenbaar in uiteenlopende situaties.

Test

https://www.onderhuids.nl/test-jezelf/ (huidskleur)

https://tests.quest.nl/psychologie/ben-jij-een-hokjesdenker

(algemeen)

www.annefrank.org

Vooroordelen en stereotypen zijn

1. Hetzelfde
2. Iets anders
3. Geen idee

Vooroordeel

Een oordeel dat je over iemand velt zonder dat je deze persoon kent, wat leidt tot een verkeerde en negatieve conclusie

Stereotype

Een overdreven, simpel en meestal negatief beeld van een bepaalde groep

Wat is het vooroordeel?

Wat is het vooroordeel?

'Blank zijn is maatschappelijk beter'

Wat is het vooroordeel?

Wat is het vooroordeel?

'Vrouwen zijn minder sterk'

Wat is het vooroordeel?

Wat is het vooroordeel?

'Vegetariërs eten enkel konijnenvoer'

Wat is het vooroordeel?

Wat is het vooroordeel?

Nationaliteiten worden gereduceerd tot enkele kenmerken en staan symbool voor een bepaalde cultuur.

(In dit geval; een Fransman heeft een baguette onder de arm, drinkt enkel wijn en draagt steeds streepjes)

Wat hoort bij jouw identiteit?

Samenvatting

Vooroordelen //  Stereotypen // Identiteit

1. Vooroordeel

= oordeel dat je hebt over iemand zonder dat je die persoon kent.

= een gevoel dat je gevorm hebt over een bepaalde groep.

= foute manier van denken

-> 1 kenmerk wordt veralgemeend (bv Duitsers zijn bierdrinkers)
-> vooroordeel leidt tot oordelen (positief of negatief)

Ontstaan van vooroordelen

- Primacy effect: informatie die je eerst waarneemt zal je het beste onthouden.

- Neiging tot vereenvoudigen (simpele vuistregels ipv moeilijke redeneringen)

2. Stereotype

= overdreven, simpel beeld over een bepaalde groep

= opvattingen over de eigenschappen van die groep

- Constructie van ons denken: wat je verwacht en waar je van overtuigd bent over die andere groep

Onderscheid stereotypen

- Auto stereotype : over de eigen groep -> positief

- Hetero stereotype: over de andere groep -> meestal negatief

Reden? Snel handelen
MAAR; foutieve manier van denken (geen rekening met individuele verschillen)

3. Identiteit

Vanuit: leeftijd, geslacht, regio, land, werelddeel, vriendengroep, hobbygroep, levensbeschouwing

= veranderlijk
= antwoord op wie ben ik en hoe merk je dat?
= manier waarop we onszelf definiëren en beschrijven

3 soorten identiteit

- Persoonlijke identiteit: op basis van biologische + psychologische eigenschappen

- Sociale identiteit / groepsidentiteit: houding tov anderen + belang van de groep waartoe je wil behoren/behoort
Groep: gezin, klas, hobbygroep, nationaliteit, cultuur, ....

OEFENINGEN

Hoort deze uitspraak bij persoonlijke/sociale identiteit?
'Ik ben een Europeaan'

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit

Hoort deze uitspraak bij persoonlijke/sociale identiteit?
'Ik ben een vegetariër'

1. Persoonlijke
2. Sociale

Hoort deze uitspraak bij persoonlijke/sociale identiteit?
'Lize is kapitein bij de voetbalclub'

1. Persoonlijke
2. Sociale

Hoort deze uitspraak bij persoonlijke/sociale identiteit?
'Ik ben bij de scouts'

1. Persoonlijke
2. Sociale

Volgende les:

TOETS H1 p