22 en 24 11 22 schrijfvh les 6 en 7_ wwspelling, feedback uitleg en schrijven brief

T G 2 D
22 november 

Welkom
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

T G 2 D
22 november 

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Programma


  1. werkwoordspelling
  2. feedback folder geven en krijgen
  3. folder verbeteren en inleveren bij Teams Opdr. 
  4. Uitleg TEA-toets: zakelijke e-mail schrijven

We werken deze periode met wisbordjes en willekeurige namen

Slide 2 - Diapositive

Voor nu: aantekeningen vergelijken


Welke scène of gebeurtenis heeft veel indruk op je gemaakt?





Slide 3 - Diapositive

Leerdoel 
Aan het eind van deze week heb je feedback verwerkt en speciaal gelet op werkwoordspelling. Ook ken je de regels voor de zakelijke e-mail en heb je een oefenbrief geschreven.

Leerdoel P2: informatieve en overtuigende teksten schrijven => TEA 2: toets schrijfvaardigheid

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk
  1. Neem je folder geprint mee naar deze les. Vooraf ingeleverd bij Magister Opdrachten
  2. Lezen in Zonder Titel t/m pag. 92 (t/m Hst.23)


Slide 5 - Diapositive

Pak je wisbordje: werkwoorden 
  1.  Wat is het verschil tussen "wij laadden" en "wij laden"?
  2. In welke tijd staat de persoonsvorm: "Wij zetten de auto neer."

Slide 6 - Diapositive

Pak je wisbordje: werkwoorden 
  1.  Hij ....[spelen] de hele tijd. (tt)
  2. Het huiswerk .....[worden] straks duidelijk. (tt)
  3. Anne .....[downloaden] de film Game of Thrones. (tt)
  4. ....Nu vt!
  5. Gisteren ....[bellen] mijn opa me. 
  6. Gisteren .....[melden] de dader zich bij de politie.
  7. De monteur ....[testen] de auto vorige week.

Slide 7 - Diapositive

DUS:
  • PV TT, 3e persoon: ik-vorm + t: hij laadt, zij wordt
  • PV VT bij zwakke ww: ik-vorm + te/ten OF de/den
  • ik test => ik / hij testte; wij testten
  • ik laad => ik laadde; wij laadden
  • gebruik je een volt. deelw als bijv. nw? dan schrijf je dat zo kort mogelijk: de geteste auto


Slide 8 - Diapositive

Welke vragen heb je nog over  werkwoordspelling?

Slide 9 - Diapositive

Feedbackformulier folder

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Nieuw Nederlands
  • Schrijven H2: Bouwplan 
  • Spelling H1: interpunctie & Spelling H5  Hoofdletters en aanhalingstekens
  • Spelling H6: aan elkaar of los schrijven
  • Formuleren H3: voorbeelden & Schrijven H4: overtuig. tekst
  • Spelling H3 en H4: lastige werkwoorden
  • Schrijven H1: briefconventies
  • Formuleren H6: verbanden aanbrengen in zinnen

Slide 13 - Diapositive

T G 2 D
24 november 

Welkom

Slide 14 - Diapositive

Programma


  1. landenfolder: feedback van mij bekijken
  2. Uitleg TEA-toets: zakelijke e-mail schrijven

We werken deze periode met wisbordjes en willekeurige namen

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig werken
  1.  Geef je klasgenoot feedback via het feedbackformulier
  2. Bespreek elkaars feedback
  3. Pas je folder aan en lever in via Teams Opdrachten
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Uitleg TEA 2-toets: 
formele e-mail

Slide 17 - Diapositive

Nieuw Nederlands
  • Schrijven H2: Bouwplan 
  • Spelling H1: interpunctie & Spelling H5  Hoofdletters en aanhalingstekens
  • Spelling H6: aan elkaar of los schrijven
  • Formuleren H3: voorbeelden & Schrijven H4: overtuig. tekst
  • Spelling H3 en H4: lastige werkwoorden
  • Schrijven H1: briefconventies
  • Formuleren H6: verbanden aanbrengen in zinnen

Slide 18 - Diapositive

Zakelijke e-mail: inhoud
  •  Maak duidelijk wie je bent (maar begin je eerste zin nooit met 'Ik')
  • Schrijf in de inleiding waarom je de e-mail stuurt
  • Schrijf in de kern wat je vraag / opmerking / verzoek is
  • Schrijf in het slot wat je van de ander verwacht. 

Slide 19 - Diapositive

Zakelijke e-mail: vorm
  • Schrijf beleefd (gebruik u (persoonlijk vnw) en uw (bezitt. vnw)
  • Bovenaan: van: jouw e-mailadres
  • aan: e-mailadres van ontvanger
  • Witregel
  • Vermeld het onderwerp als volgt:
  • Betreft: voorstel voor reisgids
  • Voeg witregels toe tussen aanhef en inleiding, tussen de alinea's en na afsluiting
  • Aanhef: Geachte mevrouw ...., (komma!)

Slide 20 - Diapositive

Zakelijke e-mail: vorm 2
  • Kern: begin met hoofdletter
  • Afsluiting: Met vriendelijke groet, (of Hoogachtend)
  • (witregel)
  • Je voor- en achternaam
  • Schoolstraat 4
  • 1234 XX Nieuwegein
  • evt. je telefoonnummer: 06-12345678

Slide 21 - Diapositive

Pak je wisbordje
  • Schrijf de e-mailadressen bovenaan zoals je geleerd hebt
  • Schrijf het onderwerp eronder met het woord "Betreft:"
  • Je brief gaat over een klacht die je hebt over de taartjes van de HEMA.

Slide 22 - Diapositive

Vul nu 'van', 'aan', en 'betreft' in

Slide 23 - Question ouverte

Vul nu aanhef in en schrijf inleiding (voorstellen en aanleiding: informatie opvragen over stedentrip)

Slide 24 - Question ouverte

Pak je wisbordje
  • Schrijf de aanhef en de inleiding.
  • De brief gaat nog steeds over de slechte taartjes van de HEMA.

Slide 25 - Diapositive

Kijk bij Teams Lesmateriaal
  • Voorbeeldtekst zakelijke e-mail
  • Leerdoelen P2 schrijfvaardigheid

Slide 26 - Diapositive

T G 2 D
24 november 

Welkom

Slide 27 - Diapositive

Programma



  1. Oefenen voor TEA-toets: zakelijke e-mail schrijven
  2. Feedback geven
  3. Verbeteren

We werken deze periode met wisbordjes en willekeurige namen

Slide 28 - Diapositive

Leerdoel 
Aan het eind van deze week heb je feedback verwerkt en speciaal gelet op werkwoordspelling. Ook ken je de regels voor de zakelijke e-mail en heb je een oefenbrief geschreven.

Leerdoel P2: informatieve en overtuigende teksten schrijven => TEA 2: toets schrijfvaardigheid

Slide 29 - Diapositive

Zelfstandig werken
  1.  Teams: feedback bekijken van landenfolder
  2. Schrijf je brief volgens de opdracht
  3. Geef je klasgenoot feedback op de brief via het feedbackformulier
  4. Bespreek elkaars feedback
  5. Pas je brief aan en lever in via Teams 
Opdrachten
timer
30:00

Slide 30 - Diapositive

Schrijf je laatste zin, afsluiting en naam

Slide 31 - Question ouverte

Wat heb je geleerd in 
deze les?

Slide 32 - Diapositive