H5.1 Tijd

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 3,4

    Welkom

Surf op je ipad naar lessonup.app
  + leg je rekenmachine klaar.

leg je schrift open bij het huiswerk.

DEZE LES:

§5.1 rekenen met tijd

oefenen 

uitleg 

          lesprogramma

nakijken 

Voorkennis H5

Tijd aflezen, omrekenen en werken met verhoudingstabel

Samen opd. 5 en 6 uitwerken

aan de slag 

Afmaken §5.1

huiswerk

voorkennis 

Ik ken de standaard maten en tijdreferenties

H5.1 af   

        Nakijken

Wees eerlijk, en een beetje streng voor jezelf. 

Fouten maken hoort nu eenmaal bij leren

Voorkennis H5  opd v1 t/m v10

Hoe kan de docent de wiskundeles nog beter laten aansluiten bij wat jij nodig hebt om tot een goede prestatie te komen?

           Uitslag vraag

Wat leer je deze les?

Ik ken de vuistregels, en handige schema's van tijd

Ik kan tijd omrekenen.

        leerdoelen

omrekenen van tijd.
2,5 minuut = ......... seconden

1. 15
2. 150
3. 25
4. 250

omrekenen van tijd.

345 minuten = ......... uur

1. 20700
2. 0,096
3. 5,75
4. 3,45

omrekenen van tijd.

3 uur = ......... minuten

1. 300
2. 3000
3. 180
4. 3600

Welke vuistregel wordt er gebruikt voor de afstand over de weg?

1. De afstand over de weg is ongeveer 5x de afstand hemelsbreed.
2. De afstand over de weg is ongeveer 1,2x de afstand hemelsbreed.
3. De afstand over de weg is ongeveer 3x de afstand hemelsbreed
4. De afstand hemelsbreed is ongeveer 0,5x de afstand over de weg

Als je gaat fietsen, wat is dan de gemiddelde snelheid? (vuistregel fietsen)

1. 12km/u
2. 15km/uur
3. 18km/u
4. 20km/u

Je wilt weten hoe hoog een flatgebouw ongeveer is. Welke vuistregel heb je nodig?

1. Een volwassene is ongeveer 1,80 m lang.
2. Een verdieping is ongeveer 3 m hoog.
3. De hoogte van een deur is ongeveer 2 m
4. 1 m = 100 cm

Wat is de vuistregel voor de lengte van een volwassen man?

1. 1.80 m
2. 1.75 m
3. 1.70 m
4. 2.00 m

Welke vuistregel wordt er gebruikt voor wandelen?

1. Je wandelt ongeveer 5 km in een uur.
2. je wandelt ongeveer 6 km in een uur.
3. Je wandelt ongeveer 1,2 x sneller dan dat je loopt.
4. Je wandelt ongeveer 15 km in een uur.

Standaard maten

aantekening

In de vorige les hebben we al wat handige verhoudingen van tijd genoteerd.

Je ziet ze hieronder nog een keertje.

aan de slag 

Zelfstandig 

Maak zelfstandig opd. 1, 2 en 3 (blz. 152)

Snel klaar?

Maak opd o4 en u1 (blz. 155)

            Stelling van Pythagoras

Stelling van Pythagoras:

In een rechthoekige driehoek geldt:

Weet je twee zijde, dan kun je de derde zijde berekenen 

met de stelling van Pythagoras

Uitwerking:

Tijd omrekenen

Even oefenen 

zoals je net misschien wel gemerkt hebt, is het nog best wel eens lastig om tijd om te rekenen. Je moet je schema's goed uit het hoofd kennen.

We maken samen opd. 4 om dit nog eens te oefenen

Werk door tot de bel gaat.

Ga verder aan de opdrachten waar je gebleven bent.

Maak opd 5 t/m 9 af.

Klaar?

Daag jezelf uit en maak opd. u1 & u2 (blz. 155) 

aan de slag 

Samen

Huiswerk 

Huiswerk:

Mk: opd. 1 t/m 9   op blz. 152 / 155

Klaar?
Ga de uitdaging aan en maak opd. u1 & u2 (blz. 155)

Werk de resterende tijd, tot de bel aan de opdrachten hieronder.

Je mag zachtjes fluisterend samenwerken binnen je tafelrij.

Aantekening 

Neem over in je schrift