Vraagwoorden: Wie, wat, waar, wanneer

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Pak je leesboek
  • We beginnen met 15 minuten stillezen.
  • Boek uit? Ruilen in het 3e lesuur. 

Vraag: Wie is de hoofdpersoon in jouw boek?
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Vraagwoorden

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen vraagwoorden
  • Filmpje kijken en vragen beantwoorden
  • Opdracht maken 

Slide 4 - Diapositive

Wat leer je deze les?
1. Ik kan vragen bij een filmpje beantwoorden.
2. Ik kan zelf vragen bij een stukje tekst maken.  

Slide 5 - Diapositive

Welke vraagwoorden ken je?

Slide 6 - Carte mentale

Waar is jouw tas?
A
Morgen
B
Mijn moeder
C
In de klas
D
Om 10 uur

Slide 7 - Quiz

Wanneer ga je winkelen?
A
Morgen
B
Met mijn moeder
C
In de klas
D
In Leeuwarden

Slide 8 - Quiz

Wat ga je doen?
A
winkelen
B
in Amsterdam
C
op school
D
naar het station

Slide 9 - Quiz

Met wie ga je winkelen?
A
morgen
B
met mijn moeder
C
in de klas
D
in Leeuwarden

Slide 10 - Quiz

Waar ga je winkelen?
A
morgen
B
met mijn moeder
C
kleding
D
in Amsterdam

Slide 11 - Quiz

Wanneer ga je naar Amsterdam?
A
met de bus
B
volgende week
C
met mijn zusje
D
kleding kopen

Slide 12 - Quiz

Wat wil je kopen?
A
morgen
B
met mijn moeder
C
kleding
D
in Leeuwarden

Slide 13 - Quiz

Hoe ga je naar Amsterdam?
A
met de trein
B
schoenen
C
naar een museum
D
met mijn moeder

Slide 14 - Quiz

wie

wat
de persoon
de groep personen
het dier - de plant 
het ding
waarom
de reden
de oorzaak
wat
de situatie
het probleem
hoe
de manier
.....
waar
de plaats
hoeveel
het aantal
wanneer
het tijdstip
hoelang
de tijdsduur
hoe laat
het tijdstip
welk(e)
precieze gegevens

Slide 15 - Diapositive

Kijken en luisteren
Informatie geven over een onderwerp
door vragen te  beantwoorden
die beginnen met een vraagwoord:
wie, wat, waar, wanneer, waarom,
hoe, hoeveel, hoelang, welk. 



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Waar is dit gebeurd?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is er gebeurd?

Slide 19 - Question ouverte

Wie hebben dit gedaan?

Slide 20 - Question ouverte

Waarom hebben ze dit gedaan?

Slide 21 - Question ouverte

Opdracht maken
Mali, Yasemin, Nour, Abdulbaset, Amir, Karina, Aniso, Tanja, Ibrahim, Yowhana en Faiza

Slide 22 - Diapositive

Zelf vragen maken
Hoi, ik ben Sam. Ik ben 17 jaar. Ik woon in Nijmegen met mijn ouders en mijn zus. Ik doe de bakkersopleiding aan het mbo. In het weekend werk ik al bij een bakkerij. Dat is mijn bijbaantje. Later wil ik graag mijn eigen winkel openen. Ik heb een vriendin. Zij heet Marloes. Ik ken haar van het volleyballen. 

Opdracht: Maak zo veel mogelijk vragen bij de tekst.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Voorbeelden vragen met vraagwoorden
1 A Hoe ga je naar je werk?
B Ik ga met de fiets.
2 A Wanneer begint de vakantie?
B De vakantie begint op 11 juli.
3 A Wat eten we vanavond?
B We eten vanavond soep.
4 A Waarom ben je zo moe?
B Ik ben te laat naar bed gegaan.


Slide 25 - Diapositive

Voorbeelden vragen zonder vraagwoorden
6 A Gaan we met de trein?
B Ja, we gaan met de trein.
7 A Heb je zin in koffie?
B Ja, ik heb zin in koffie.
8 A Wil je koffie of thee?
B Ik wil graag thee.
9 A Kun je me even helpen?
B Ja, ik kan je helpen.

B Ja, hij voetbalt heel goed.

Slide 26 - Diapositive

Opdracht maken
Abdi, Ali, Kisanet, Rodas, Serhii en Vlad

Slide 27 - Diapositive