arbeid

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

arbeid

mijn toekomstige baan vind ik hopelijk in de ....

bouw

kantoor

handel

ICT

overig

Als ik ga werken dan werk ik het liefst

Fulltime

parttime

zo min mogelijk ivm eventuele kinderen

In mijn toekomstige werk is het salaris (waarschijnlijk)...bij volledige baan

60.000 of meer

Tussen 40.000 en 50.000

lager dan 40.000

Aanbod van arbeid is ......

1. de werknemers
2. de werkgevers

Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

1. Bedrijven en Overheid
2. Werklozen
3. Werkende
4. Geen van alle

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.

Arbeidsmarkt

Krappe

Ruime

Aanbod

Vraag

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.

Overschot op de arbeidsmarkt

Tekort op de arbeidsmarkt

Veel aanbod van arbeid

Weinig aanbod van arbeid

Veel vraag naar arbeid

Weinig vraag naar arbeid

Hoge lonen

Werkloosheid

De arbeidsvraag is groter dan het arbeidsaanbod.

 

Het arbeidsaanbod is groter dan de arbeidsvraag.

Krappe arbeidsmarkt

Ruime arbeidsmarkt

Hoe ver ben jij bereid te reizen voor je werk met een normaal salaris?

1. Minder dan 20 kilometer
2. Minder dan 50 kilometer
3. Tot 100 kilometer (naar Amsterdam)
4. Verder dan 100 kilometer

Welke invloed heeft een krappe arbeidsmarkt op de internationale concurrentiepositie?

1. goede invloed, prijzen van producten dalen.
2. goede invloed, lonen stijgen
3. slechte invloed, lonen dalen
4. slechte invloed, lonen stijgen

Noem twee redenen waarom iemand toch niet aan een baan komt, ondanks een krappe arbeidsmarkt

loonstarheid kan werkloosheid veroorzaken. Omdat..

1. de lonen niet kunnen stijgen als er veel aanbod is
2. de lonen niet kunnen dalen als er veel vraag is
3. de lonen niet kunnen dalen als er veel vraag is
4. de lonen niet kunnen dalen als er weinig vraag is

Noem 1 verschil tussen een vast en flexibel contract.

Veel mensen zijn geen lift van een vakbond, maar zij profiteren wel van de voordelen die de vakbond wellicht bereikt (hoger salaris). Welk begrip hoort hierbij?

Wie behoren niet tot de niet-beroepsbevolking?

1. Huisvrouw van 40 jaar
2. Gevangene van 58 jaar
3. Student die niet wil werken
4. Man van 76 jaar

Het aanbod van arbeid heet ook wel de beroepsbevolking. Wat hoort niet bij de beroepsbevolking?

1. Werkzame beroepsbevolking
2. Werkende van 76 jaar
3. Werkloze beroepsbevolking
4. Werkloze van 55 jaar

De beroepsbevolking verandert voortdurend. Wat is het verschil tussen het aanzuig- en ontmoedigingseffect?

Van een land is het volgende gegeven: De p/a-ratio is:

1. 1,1
2. 1,2
3. 1,3
4. 1,8

P/a-ratio bereken je door aantal werkzame personen te delen door het aantal arbeidsjaren. Er werken 6.000.000 - 500.000 = 5.500.000 mensen. Er zijn 5.000.000 arbeidsjaren. P/a-ratio is dus 5.500.000 / 5.000.000 = 1,1

Vraag afkomstig uit LWEO Werk en Werkloosheid, 1e druk, vraag 1.15

p/a-ratio = aantal werkzame personen / aantal voltijds arbeidsjaren dat wordt vervuld

-> Als meer mensen parttime gaan werken, dan gaat de p/a-ratio

1. omhoog
2. omlaag
3. niet veranderen

Vragen met rekenvaardigheden

Het aanbod van  arbeid 1 t/m 5 (minimaal vandaag)

Het einde van krapte 1 t/m 4 (minimaal vandaag)

Uitgestelde vluchten (minimaal vandaag/ volgende les af)

De vraag naar arbeid ( volgende les af)