Palliatieve zorg week 2

Palliatieve zorg week 2zorg week 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
VerpleegkundeMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Palliatieve zorg week 2zorg week 2

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen deze les
  • Je kunt beschrijven wat de palliatieve en terminale fase van een zorgvrager inhouden.
  • Je kunt benoemen welke factoren invloed hebben op hoe een zorgvrager zijn stervensproces beleeft.
  • Je kunt uitleggen wat het belang is van de vier dimensies van palliatieve en palliatief-terminale zorg.
  • Je kunt benoemen welke zorgorganisaties in het Nederlandse zorgstelsel palliatieve en palliatief-terminale zorg bieden.
  • Je kunt benoemen welke disciplines betrokken zijn binnen de palliatieve en palliatief-terminale zorg.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

Podcast luisteren
Nabespreking
Opdracht maken 
Quizzen

Slide 3 - Diapositive

Luistervragen
  • Wat is volgens Dr.  de Hosson palliatieve zorg? En wanneer start deze?
  • Welke fasen/domeinen van palliatieve zorg benoemt hij?
  • Benoem verschillende kenmerken van zorgverlening rondom de palliatieve fase die in de gehele podcast worden besproken
  • Wat zijn de ethische dilemma's die voorkomen in de podcast?
  • Waar wordt euthanasie het meest uitgevoerd? 
  • Welke disciplines zijn betrokken rondom een euthanasie?
  • Wat is zinloos medisch handelen volgens Dr. de Hosson? en hoe gaat hij hiermee om?  
  • Ga buiten lopen, zoek een rustig plekje en ga luisteren: 30 minuten de tijd! 

timer
30:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Diapositive

Nabespreking
Ga in groepjes bij elkaar zitten van 4 personen en vergelijk jullie antwoorden, vul je eigen antwoorden aan.

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Wat viel jullie in positieve zin op? Waar keer je van op of vond je moeilijk tijdens het luisteren tijdens de podcast?

Slide 8 - Question ouverte

Opdracht
  •  Zoek op welke zorgorganisaties in het Nederlandse zorgstelsel palliatieve en palliatief-terminale zorg bieden
  • Zoek op welke disciplines betrokken zijn binnen de palliatieve en palliatief-terminale zorg
  • Maak hier een schema van (heb je straks nodig bij jullie eigen casus)

Slide 9 - Diapositive

Welke zorgverleners zijn er NIET betrokken bij palliatieve zorg?
A
Fysiotherapie
B
Diëtist
C
Apotheker
D
Revalidatie/herstel specialist

Slide 10 - Quiz

Wat is de eerste fase bij
Palliatieve Zorg
A
STADIUM VAN MEER ZIEKTE- DAN SYMPTOOMGERICHTE PALLIATIEVE ZORG
B
STERVENSFASE
C
NAZORG
D
STADIUM VAN MEER SYMPTOOM- DAN ZIEKTEGERICHTE PALLIATIEVE ZORG

Slide 11 - Quiz

Wat valt niet onder palliatieve zorg ?
A
Pijn medicatie
B
Palliatieve sedatie
C
Warme zorg
D
Zuurstof toediening bij benauwdheid

Slide 12 - Quiz

Wie betaalt er NIET voor palliatieve zorg?
A
De eigen zorgverzekering
B
De WMO
C
De WLZ
D
Uit het eigen risico

Slide 13 - Quiz

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 14 - Quiz

Palliatieve zorg wordt vergoed vanuit de WLZ en ZVW.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wanneer begint palliatieve zorg?
A
Als de zorgvrager ondraaglijk en uitzichtloos aan het lijden is
B
Als de zorgvrager niet meer genezen kan worden en je denk dat de zorgvrager binnen een jaar overlijdt.
C
Als de zorgvrager veel pijn heeft en binnen 3 maanden komt te overlijden
D
Wanneer de zorgvrager geen zin meer in het leven heeft.

Slide 16 - Quiz

Wie beslist er over de zorg in de palliatieve fase?
A
De huisarts
B
De verzorgende of verpleegkundige
C
De behandelend specialist
D
De zorgvrager

Slide 17 - Quiz

De fase van palliatieve zorg in de goede volgorde zijn:
A
Ziektegericht; symptoomgericht; palliatie in de stervensfase en nazorg
B
Ziektegericht; palliatie in de stervensfase; symptoomgericht en nazorg
C
Symptoomgericht; ziektegericht; palliatie in de stervensfase en nazorg
D
Symptoomgericht; palliatie in de stervensfase; nazorg

Slide 18 - Quiz

het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met dementie is:
A
korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 19 - Quiz

het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met COPD is:
A
korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
geleidelijke achteruitgang met in de laatste fase steeds ernstiger longaanvallen
C
langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 20 - Quiz

het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met hartfalen is:
A
korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 21 - Quiz

In de symptoomgerichte fase van palliatieve zorg word(en)?
A
De klachten van de cliënt behandeld
B
Veel aandacht besteed aan de ziekte
C
Er gewerkt om de conditie van de zorgvrager te verbeteren
D
Word er altijd gestart met palliatieve sedatie

Slide 22 - Quiz

En dan nu evalueren: vond je deze les leerzaam?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Les evalueren
Hoe heb ik deze les gegeven vandaag?
010

Slide 24 - Sondage