2.3 Waarom zou je lenen?

H2 Jij en je geld
les 2.3 Waarom zou je lenen?

Boek blz. 66 - 69
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

H2 Jij en je geld
les 2.3 Waarom zou je lenen?

Boek blz. 66 - 69

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 2 - Diapositive

Doel van de les
Je weet welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
Je weet hoe een lening werkt.

Slide 3 - Diapositive



Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quiz


Geld lenen is gevaarlijk, omdat je niet weet 
of je de schuld wel kan terugbetalen.
A
Een
B
Oneens

Slide 5 - Quiz


Wie van jullie spaart?
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar, maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen, want ik krijg alles wat ik wil (hebben).

Slide 6 - Quiz


Leen je wel eens geld van iemand?
A
Ik heb nog nooit geld geleend.
B
Ik leen wel eens geld van mijn ouders.
C
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.

Slide 7 - Quiz


Leen je wel eens geld uit aan iemand?
A
Nee, nooit
B
Soms wel, aan een vriend of vriendin
C
Soms wel, aan één van mijn ouders

Slide 8 - Quiz


Stel: je smartphone die je op afbetaling hebt 
gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen. 
De telefoon is helemaal stuk. Moet je dan de 
resterende termijnen van je lening doorbetalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Waarom zou je geld lenen?
Lenen betekent dat je geld gebruikt dat van een ander is.
Redenen om te lenen zijn:
1. Je wilt nu als iets duurs kopen.
2. Je hebt onverwacht dringend geld nodig.

Slide 10 - Diapositive

Als je geld leent, moet je van tevoren bedenken of je later op tijd kunt terugbetalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Lenen bij de bank
Als je bij de bank geld wil lenen, moet je meerderjarig zijn.
Als je geld leent, moet je dat terugbetalen. De lening betaal je terug met een vast bedrag per maand, de maandtermijn.
aflossen
rente

Slide 12 - Diapositive

Het bedrag dat je terugbetaalt per maand voor een lening heet een ...
A
premie
B
maandtermijn
C
rente
D
aflossen

Slide 13 - Quiz

Johan leent € 5.000,- bij de bank. Hij betaalt elke maand € 150,- terug aan de bank voor 3 jaar. Over hoeveel maanden betaalt hij in totaal terug?
A
12 maanden
B
36 maanden
C
48 maanden
D
60 maanden

Slide 14 - Quiz

Johan leent € 5.000,- bij de bank. Hij betaalt elke maand € 150,- terug aan de bank voor 3 jaar. Hoeveel betaalt hij in totaal terug?
A
5.000,-
B
5.125,-
C
5.400,-
D
6.754,21

Slide 15 - Quiz

Johan leent € 5.000,- bij de bank. Hij betaalt elke maand € 150,- terug aan de bank voor 3 jaar. Hoeveel rente betaalt hij?
A
5.000,-
B
230,-
C
970,-
D
400,-

Slide 16 - Quiz

Wat moet je doen?
Blz. 66 - 69 opdracht 40 t/m 49

--> Af op maandag 22/11

Slide 17 - Diapositive