Herhaling grammatica - zinsontleding

Welkom A3T

Grammatica 1-3
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom A3T

Grammatica 1-3

Slide 1 - Diapositive

Programma

  1. Lezen
  2. Startopdracht
  3. Grammatica - zinsontleding
  4. Oefenen
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Grammatica 1, 2 en 3

Lesdoel  checken: Je weet welke zinsdelen er zijn en hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin. Je weet welke woordsoorten er zijn en je kunt ze benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht - 5 minuten
Maak vijf zinnen en schrijf ze ALLEMAAL over in je schrift/laptop

Slide 4 - Diapositive

Alle zinsdelen op een rijtje
  • Persoonsvorm (pv)
  • Onderwerp (ond)
  • Werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • Naamwoordelijk gezegde (nwg: nd & wd)
  • Lijdend voorwerp (lv)
  • Meewerkend voorwerp (mv)
  • Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 5 - Diapositive

Alle zinsdeelstukken op een rijtje
  • Bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • Bijstelling

Hebben jullie het vorig jaar al gehad over zinsdeelstukken? 

Slide 6 - Diapositive

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een een zinsdeelstuk
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Voor het zelfstandig naamwoord kunnen er meerdere staan en achter het znw neem je alle woorden samen tot de zinsdeelgrens.
  • Verwar een bijvoeglijke bepaling niet met een bijwoordelijke bepaling!


Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden van de bijvoeglijke bepaling 
Let op: altijd eerst de zinsdelen benoemen!
  • / De aardige jongen / werd  / later  / kinderarts./
  • /Deze kleine, oude vrouw / gaven  / wij  / gisteren  / een doos met aardbeien. /
  •  / Het zeer vriendelijke meisje / wil  / ooit  /een rijke, beroemde zangeres / worden. /
  • / De bakker op de hoek  / bakt / de lekkerste koekjes van het hele land. /


Slide 8 - Diapositive

Bijstelling
  • Een bijstelling is geen zinsdeel, maar een onderdeel van een zinsdeel, een zinsdeelstuk. 
  • Een bijstelling is eigenlijke een bijzondere bijvoeglijke bepaling die altijd tussen komma's staat of tussen een een komma en een punt. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 
  • Je kunt de volgorde van bijstelling en de zaak/persoon waar het bij hoort omwisselen.
  • Je spreekt een bijstelling altijd lager uit.
  • Voorbeeld: Thomas, de grappigste leerling van v1a, is morgen jarig.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden van de bijstelling
  • /Meneer Oldenhof, de mentor van v3a, /geeft/ deze klas /ook /Engels./ 
  • /Ik /ging /op vakantie /met haar zus /naar Parijs, de hoofdstad van Frankrijk./
  • /Jacob, mijn broer, /heeft /mijn oma, de liefste oma van de hele wereld,      / een nieuwe paraplu / gegeven./ 
  • /De docent Frans, meneer Jans, /heeft /de klas /huiswerk /opgegeven/ voor maandag./

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

In duo's zinnen ontleden
Doe dit met de zinnen uit de startopdracht - 10 minuten
1. Zet strepen
2. PV
3. Ond.
4. WWG/NWG
5. LV
6. MV
7. BWB
8. ZinsdeelSTUKKEN: BVB en bijstelling


Slide 12 - Diapositive

  1. De oude auto zal elke maand aan Theo uitgeleend worden.
  2. Deze bekeuring zal zelden aan de overtreders uitgeschreven kunnen worden.
  3. Mijn huis zal tijdens de vakantie aan vrienden geleend worden.
  4. Die brief zal aan haar vriend geschreven zijn op woensdag.
  5. Waarom zijn onze katten zelden naar buiten gegaan?

Slide 13 - Diapositive


Wat is redekundig ontleden?
A
Je kijkt naar de soort woorden
B
Je kijkt naar de functie van woorden

Slide 14 - Quiz


Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
zelfstandig naamwoord
B
onderwerp
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 15 - Quiz

Hoe weet je of iets een zinsdeel is?
A
Het heeft als geheel dezelfde functie.
B
Het blijft in elke volgorde bij elkaar (als de betekenis niet verandert).
C
Het kan voor de persoonsvorm.
D
Alle antwoorden (A, B en C).

Slide 16 - Quiz

Wat is het onderwerp in deze zin?
Over de mysterieuze kunstenaar Banksy, die uit Engeland komt, / horen / we / regelmatig / nieuws.
A
de mysterieuze kunstenaar Banksy, die uit Engeland komt
B
nieuws
C
we
D
de mysterieuze kunstenaar Banksy

Slide 17 - Quiz

Kees overhandigde het enorme boeket aan de koning.
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
naamwoordelijk gezegde
voorzetselvoorwerp
meewerkend voorwerp
het enorme boeket
Kees
overhandigde
aan de koning

Slide 18 - Question de remorquage

Benoem het gezegde in de volgende zin:

Dat nieuwe boek van die schrijver is niet aan te slepen.
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Dat nieuwe boek van die schrijver
is
niet
aan te slepen

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Over de mysterieuze kunstenaar Banksy, die uit Engeland komt, / horen / we / regelmatig / nieuws.
A
de mysterieuze kunstenaar Banksy
B
nieuws
C
we
D
die uit Engeland komt

Slide 20 - Quiz

Wat is de bijstelling in deze zin?
Over de mysterieuze kunstenaar Banksy, die uit Engeland komt, / horen / we / regelmatig / nieuws.
A
die uit Engeland komt
B
Banksy
C
mysterieuze
D
regelmatig

Slide 21 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Banksy / is / altijd / een bijzondere kunstenaar / geweest.

A
onderwerp (ond)
B
werkwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde (wd nwg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
werkwoordelijk gezegde (wwg)

Slide 22 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Banksy / is / altijd / een bijzondere kunstenaar / geweest.

A
onderwerp (ond)
B
bijwoordelijke bepaling (bwb)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde (nd nwg)

Slide 23 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Banksy / is / altijd / een bijzondere kunstenaar / geweest.

A
bijstelling
B
bijwoordelijke bepaling (bwb)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijvoeglijke bepaling (bvb)

Slide 24 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
onderwerp (ond)
B
persoonsvorm (pv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 25 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
onderwerp (ond)
B
persoonsvorm (pv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 26 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
onderwerp (ond)
B
werkwoordelijk gezegde (wwg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 27 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
onderwerp (ond)
B
meewerkend voorwerp (mv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 28 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Begin december / maakte / Banksy / een arreslee / van een simpel tuinbankje.

A
bijstelling
B
bijvoeglijke bepaling (bvb)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 29 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
onderwerp (ond)
B
meewerkend voorwerp (mv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 30 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
onderwerp (o)
B
meewerkend voorwerp (mv)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 31 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
In 2019 / heeft / Banksy / in Italië / een muurschildering / gemaakt / van een vluchtelinge.

A
onderwerp (o)
B
werkwoordelijk gezegde (wwg)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
naamwoordelijk gezegde (nwg)

Slide 32 - Quiz

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: 23-11-23
  • Huiswerk: leren grammatica 1 t/m 3 
  • Meenemen: leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica herhalen - woordsoorten

Slide 33 - Diapositive