Mavo 1 onderwerp/deelonderwerp/kernzin

Onderwerp/deelonderwerp/kernzin
Nederlands
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Onderwerp/deelonderwerp/kernzin
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

De hoofdgedachte van een tekst 
vertelt in één zin de belangrijkste
boodschap van de tekst.

Slide 2 - Diapositive

Onderwerp (en deelonderwerpen)
Elke tekst gaat ergens over. Het heeft een bepaald onderwerp.

Als er veel over een onderwerp te vertellen is, kan het onderverdeeld zijn in deelonderwerpen.




Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Tussenkopjes
Een kleine titel boven een stukje tekst.

Maken een tekst overzichtelijker = makkelijker leesbaar.


Slide 5 - Diapositive

Hoeveel tussenkopjes heeft deze tekst?

Slide 6 - Diapositive

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
is de titel van een tekst
B
de afbeelding bij een tekst
C
dat waar een tekst over gaat
D
komt niet voor in een tekst

Slide 7 - Quiz

Wat is een alinea?
A
de hele tekst bij elkaar
B
een stukje tekst over het deel van het onderwerp

Slide 8 - Quiz

inleiding
kern
slot
Hier wordt de tekst afgerond.
Hier wordt kort het onderwerp genoemd.
Hier staat meer informatie over het onderwerp.

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is een illustratie?
A
een afbeelding
B
een titel
C
een tussenkopje

Slide 10 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 11 - Quiz

Deelonderwerpen
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp 
gezegd worden.

We noemen dit deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.


Slide 12 - Diapositive

Deelonderwerpen
Voorbeeld:
Onderwerp: openbaar vervoer 
Deelonderwerpen: soorten vervoer, ov-chipkaart, prijzen, routes 

Elke alinea gaat over een deelonderwerp van de tekst. Soms gaat een alinea over 1 deelonderwerp, soms gaan er meer alinea's over één deelonderwerp.

Slide 13 - Diapositive

Onderwerp en deelonderwerp

Slide 14 - Diapositive

Deelonderwerp
Een deelonderwerp = het onderwerp van een alinea. 
voorbeeld
De tekst gaat over voetbal. 
Deelonderwerpen zouden kunnen zijn: 
- regels
- kleding
- het voetbalteam

Slide 15 - Diapositive

Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.

Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot

Slide 16 - Diapositive

Onderwerp tekst: mondkapjes op scholen 
Deelonderwerp:
Regels mondkapjes
Deelonderwerp:
Verzet tegen mondkapjes
Deelonderwerp:
Mening schoolleiding mondkapjes
Middenstuk: 
Alinea 3/4
Alinea 5
Alinea 2
Inleiding: alinea 1 
Slot: alinea 6

Slide 17 - Diapositive

Zet deze deelonderwerpen in een logische volgorde
Deelonderwerp 1 
Deelonderwerp 2
Deelonderwerp 3
De walvisjacht
Wat eten walvissen
Wat is een walvis?

Slide 18 - Question de remorquage

Deelonderwerpen over puppies

Slide 19 - Question ouverte

Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Een onderwerp kan je verdelen in
A
Tussenkopjes
B
Deelonderwerpen

Slide 21 - Quiz

Sleep naar de juiste plek
Deelonderwerpen
Onderwerp
Inleiding

Slide 22 - Question de remorquage

Deelonderwerpen staan in..
A
Inleiding
B
Slot
C
Kern
D
Conclusie

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Kernzin
De belangrijkste zin van een alinea is de kernzin.

Vaak is het de eerste zin, na deze zin volgt dan een uitleg van de kernzin.
Volgende zinnen zijn vaak toelichting, uitleg, voorbeeld op de kernzin
Als het de laatste zin van de alinea is, dan is dit een conclusie of samenvatting van deze alinea.

In de kernzin staan de hoofdzaken, in de rest van de alinea staan bijzaken. 
Alle kernzinnen achter elkaar? --> samenvatting van de tekst

Slide 25 - Diapositive

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 26 - Quiz

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak

Slide 27 - Quiz

Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Bijzaak

Slide 28 - Question de remorquage



In de zinnen voor of na de kernzin staat een __________________. 


nadere uitleg of een voorbeeld
mening of een voorbeeld

Slide 29 - Question de remorquage

Lees de tekst.

Slide 30 - Diapositive

De tekst bestaat uit vier zinnen. Wat is volgens jou de belangrijkste zin?

Slide 31 - Question ouverte

Als zin 2 de belangrijkste zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen

Slide 32 - Quiz



De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de __________________.


kernzin
hoofdgedachte

Slide 33 - Question de remorquage

Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden. 
Zo kun je gratis oefenen via cambiumned.nl.
kernzin
bijzaak

Slide 34 - Question de remorquage

Eind
Nederlands

Slide 35 - Diapositive