WEBB - 1.4 t/m 1.10

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Diapositive

Hoe bereken je winst?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe bereken je de totale opbrengst? En wat is een ander woord voor opbrengst?

Slide 3 - Question ouverte

Waaruit bestaan de totale kosten?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen variabele en vaste kosten?

Slide 5 - Question ouverte

Wat houdt het break-even punt in?
A
Quitte spelen
B
Geen winst, geen verlies
C
Kostendekkend zijn
D
Alle drie de antwoorden.

Slide 6 - Quiz

Wat is de break-even afzet?
A
4.000.000
B
50.000
C
2.500.000
D
5.000.000

Slide 7 - Quiz

Belangrijkste berekeningen
  1. Totale Opbrengst                         TO = p x q
  2. Totale Kosten                                 TK = TCK + TVK
  3. Totale Winst                                    TW = TO - TK
  4. Break-Even Afzet                          q bij TO = TK 

Slide 8 - Diapositive

TW= TO-TK
TK= VK + CK

Slide 9 - Diapositive

Break even
1) Waar maakt dit bedrijf verlies?

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn dan nu de kosten per stuk?
GTK = TK / q
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
GTK = GVK + GCK

Slide 11 - Diapositive

Break-even-punt
Het break-even-punt is het punt waarbij er geen winst en geen verlies wordt gemaakt.
Dus, bij het break-even-punt geldt: TO = TK


Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maken tot en met opdracht 1.10

Slide 13 - Diapositive

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 14 - Diapositive

(Je hebt één bakkersoven!)
     Marginale
       kosten 
      en winst
   (MK en MW)
Samengevat
Je blijft bakkers aannemen zolang 
MO > MK. Tot je op het punt komt dat MO = MK (TW maximaal). Hierna wordt MO < MK, dus stop je met extra bakkers aannemen.

Slide 15 - Diapositive

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 16 - Diapositive

marginale kosten en gemiddelde kosten

Slide 17 - Diapositive

MO = 2,5
Bij welke afzet is er maximale winst?
A
6
B
6,5
C
4
D
dat kan je niet weten

Slide 18 - Quiz

Maximale winst is bij een hoeveelheid van
A
60
B
40
C
50
D
90

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Maken tot en met 1.14

Slide 20 - Diapositive

winstmaximalisatie:
MO = MK

Omdat MO > MK
gaat de producent altijd voor maximale productie

Slide 21 - Diapositive

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 22 - Diapositive

Maken opdracht 1.17

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 1.17
A. Hoeveel producten produceer ik als ik maximaal wil produceren zonder verlies te draaien 

Slide 24 - Diapositive

Opdracht 1.17
B. Met hoeveel eenheden moet ik mijn productie inkrimpen als ik maximale winst wil behalen?

Slide 25 - Diapositive

Opdracht 1.17
C. Toon met een berekening aan dat TCK = 600 euro bedraagt

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag
Maken tot en met 1.17

Slide 27 - Diapositive