Breuken (optellen)

rekenen

met meneer PP

vandaag:

rekenen

met breuken

breuken optellen en aftrekken

1 / 39

Slide 1: Diapositive

RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

rekenen

met meneer PP

vandaag:

rekenen

met breuken

breuken optellen en aftrekken

Slide 1 - Diapositive

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 2 - Diapositive

Breuken

1/2

deel

3/8

deel

5/6

deel

1/4

deel

Slide 3 - Question de remorquage

Breuken bestaan uit...

Boven en onder

Teller en noemer

Naam en achternaam

Vier cijfers

Slide 4 - Quiz

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 5 - Diapositive

Het getal 4 is de ... van de breuk.

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

Teller

Noemer

Slide 6 - Quiz

Het getal 4 is de ... van de breuk.

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Teller

Noemer

Slide 7 - Quiz

Het getal 2 is de ... van de breuk.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Teller

Noemer

Slide 8 - Quiz

Het getal 15 is de ... van de breuk.

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Teller

Noemer

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Van groot naar klein

Als je goed kijkt zie je dat 1/2e groter

is dan 1/4e. Dat werkt dus andersom.

Als je honger hebt, heb je liever

1/2e van de pizza dan 1/4e.......

Slide 11 - Diapositive

www.visnos.com

Slide 12 - Lien

is groter dan

waar

niet waar

Slide 13 - Quiz

tools.predia.nl

Slide 14 - Lien

www.visnos.com

Slide 15 - Lien

is groter dan

waar

niet waar

Slide 16 - Quiz

tools.predia.nl

Slide 17 - Lien

www.visnos.com

Slide 18 - Lien

is groter dan

waar

niet waar

Slide 19 - Quiz

tools.predia.nl

Slide 20 - Lien

www.visnos.com

Slide 21 - Lien

zet de breuken van groot naar klein

1/2

1/3

1/4

1/6

3/4

Slide 22 - Question de remorquage

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

De noemers zijn gelijk, namelijk 5.

Hier verandert niks aan.

Slide 23 - Diapositive

Pizza eten

Stel je hebt een pizza verdeeld in 4 stukken.

Je eet 1 van de 4 op.

Maar....je hebt nog honger en je eet nog 2 van de 4 stukken op. Dan heb je dus 3 van de 4 stukken op!!!!!

Kijk maar naar het plaatje. De noemer blijft hetzelfde!!

Slide 24 - Diapositive

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 2 0 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 2 0 ​} =

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 4 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 25 - Question de remorquage

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 2 0 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 2 0 ​} =

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 4 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}

let op!

sleep alleen de plusjes

Slide 26 - Question de remorquage

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} - \frac{​ 9 ​ ​}{​ 2 0 ​} =

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

\frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 1 6 ​} - \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 6 ​} =

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 6 ​}

6

7

8

let op!

sleep alleen de plusjes

Slide 27 - Question de remorquage

wie doet een kwisje?

Slide 28 - Diapositive

wordwall.net

Slide 29 - Lien

Andere namen die hetzelfde betekenen..

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Andere namen die hetzelfde betekenen...

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Als er staat dat een spijkerbroek 50%
korting heeft is dat hetzelfde las

een vierde

een tweede

een tiende

een vijfde

Slide 34 - Quiz

van de taart is voor jou.
Hoe kun je dat ook zeggen?

de helft

een tiende

een hele

een kwart

Slide 35 - Quiz

wie doet een kwisje?

Slide 36 - Diapositive

wordwall.net

Slide 37 - Lien

50 %

20 %

33,333...%

de helft

één derde

één vijfde

1/2

1/5

1/3

Slide 38 - Question de remorquage

rekenen

met meneer PP

volgende keer

vermenigvuldigen met breuken

Slide 39 - Diapositive

Breuken (optellen)

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Slide 38 - Question de remorquage

Slide 39 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

M3 T1 L1 Breuk nemen van een getal

Breuken

Breuken

Breuken

Breuken

1 Gelijke breuken 2

Breuken

wortels en machten