Toets Vaste woonlasten

Noem 3 soorten vaste woonlasten
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Noem 3 soorten vaste woonlasten

Slide 1 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen iemand die huur moet betalen en iemand die een hypotheek betaalt?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een termijnbedrag?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een jaarafrekening?

Slide 4 - Question ouverte

Ik heb 1000 Euro aan voorschot betaald. Mijn jaarafrekening is 800 Euro. Wat gebeurt er?
A
Ik krijg 1000 Euro terug
B
Ik moet 1000 Euro bijbetalen
C
Ik krijg 200 Euro terug
D
Ik moet 200 Euro bijbetalen

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen variabele leveringskosten en vaste leveringskosten?

Slide 6 - Question ouverte

Noem 3 soorten gemeentebelastingen

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een gemeentebelasting
A
Hondenbelasting
B
Loonbelasting
C
Hypotheekbelasting
D
Wegenbelasting

Slide 8 - Quiz

Wat is een aanslag voor gemeentebelasting?

Slide 9 - Question ouverte

Wat gebeurt er met automatische incasso?

Slide 10 - Question ouverte