3 tl Kapitel 2: Gesundheit

Kapitel 2 - Gesundheit            Van Rijssen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 2 - Gesundheit            Van Rijssen

Slide 1 - Diapositive

Gesundheit
(welche Wörter kennst du schon?)

Slide 2 - Carte mentale

Körperteile
(met goede lidwoorden erbij)

Slide 3 - Carte mentale

Übersetz: het ongeluk

Slide 4 - Question ouverte

Übersetz: die Zahnschmerzen

Slide 5 - Question ouverte

Übersetz: gewond raken

Slide 6 - Question ouverte

Grammatik: Na welke zes voorzetsels krijg je de 3e naamval? Aus, ...... Noem de andere vijf.

Slide 7 - Question ouverte

Übersetz: Ich trainiere ........ (met hem).

Slide 8 - Question ouverte

die Erkältung
das Ohr
das Fieber
der Rücken
der Mund
die Kopfschmerzen
de verkoudheid
het oor
de koorts
de rug
de mond
de hoofdpijn

Slide 9 - Question de remorquage

wehtun
die Halsschmerzen
die Apotheke
die Medikamente
Gute Besserung!
pijn doen
de keelpijn
de apotheek
de medicijnen
Beterschap!

Slide 10 - Question de remorquage

de ziekenauto
A
der Krankenwagen
B
Das Krankauto
C
Das Gesundheitsauto
D
das Krankenhaus

Slide 11 - Quiz

Malaria ist eine gefährliche ----
A
Befund
B
Krankheit
C
Gesundheit
D
Fieber

Slide 12 - Quiz

13

Slide 13 - Vidéo

00:56
Waar heeft de vrouw last van?

Slide 14 - Question ouverte

01:08
Wat betekent het woord "krank"?

Slide 15 - Question ouverte

01:58
Welke 2 vragen stelt de assistent aan de vrouw?
A
afspraak/ klachten
B
klachten/ verzekeringpas
C
afspraak/ verzekeringspas
D
klachten/ geboortedatum

Slide 16 - Quiz

04:34
Hoe heet een wachtkamer in het Duits?
A
Wartekammer
B
Wartezimmer

Slide 17 - Quiz

05:16
Wat betekent: Wie kann ich Ihnen helfen?

Slide 18 - Question ouverte

05:33
Wat is het Duits woord voor "pijn"?

Slide 19 - Question ouverte

05:42
mond heet in het Duits:

Slide 20 - Question ouverte

05:53
Wat betekent het woord: Rücken

Slide 21 - Question ouverte

06:11
Wat gaat de arts meten (=messen) in het oor?

Slide 22 - Question ouverte

06:36
Wat betekent het woord: Erkältung

Slide 23 - Question ouverte

06:50
Wat is het Duits woord voor de apotheek?

Slide 24 - Question ouverte

06:57
Wat betekent het woord: Medikamente

Slide 25 - Question ouverte

07:13
Hoe wens je iemand in het Duits beterschap toe?

Slide 26 - Question ouverte

voor mijn Gesundheit ist Obst gut
A
vor meiner
B
für meiner
C
für meine
D
vor meinen

Slide 27 - Quiz

Deine Gesundheit ist wichtig.
wichtig =
A
mooi
B
belangrijk
C
maakt niet uit

Slide 28 - Quiz

Gesundheit
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quiz