V4 - TH1 - BS3

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1.3.1 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen bestuderen.

1.3.2 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen benoemen en de functies ervan beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Begrippen BS3
celmembraan
cytoplasma (celplasma)
celkern
vacuole
plastiden
bladgroenkorrels
celwand

Slide 3 - Diapositive

Hoe kunnen we cellen bestuderen? 

Slide 4 - Diapositive

Microscoop (eerste)
Antoni van Leeuwenhoek
  • 30x vergroten
  • kon als eerste cellen waarnemen
  • later een microscoop met 480x 

Slide 5 - Diapositive

de microscoop...
nu wel 
400x
vergroten

Slide 6 - Diapositive

de elektronen microscoop...
erg technisch
vergroot veel meer! 
tot wel 6 miljoen keer
-> je kan zelfs moleculen zien

Slide 7 - Diapositive

de elektronen microscoop...
erg technisch
vergroot veel meer! 
tot wel 6 miljoen keer
-> je kan zelfs moleculen zien

Slide 8 - Diapositive

en wat zie je dan? 
maar wat is dit dan?? 

Slide 9 - Diapositive

daarom moet je dus de verschillen weten tussen een planten en dierlijke cel

Slide 10 - Diapositive

zoek de verschillen

Slide 11 - Diapositive

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kernplasma
kernmembraan
celmembraan

Slide 12 - Question de remorquage

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kern
kernmembraan
celmembraan
celwand
intercellulaire ruimte
vacuole

plastide (bladgroenkorrels)
vacuolemembraan

Slide 13 - Question de remorquage

lamp
revolver
preparaatklem
tubus
tafel
diafragma
statief
grote schroef
kleine schroef
oculair
objectief

Slide 14 - Question de remorquage

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Celplasma
Vacuole

Slide 15 - Question de remorquage

Welke cel zie je? 
plantaardige
dierlijke

Slide 16 - Question de remorquage

Huiswerk bs 3
43 opdracht t/m 56

(Wil je meer oefenen, kun je de vragen hieronder maken)



Slide 17 - Diapositive

Juist of onjuist?
Dierlijke cellen zijn eukaryoot
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke cellen hebben een celmembraan?
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen

Slide 19 - Quiz

Wat hebben dierlijke en plantaardige cellen gemeenschappelijk?
A
celkern en chloroplasten
B
celmembraan en celwand
C
celwand en chloroplasten
D
celkern en celmembraan

Slide 20 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 21 - Quiz

Waar komen chloroplasten (bladgroenkorrels) in voor?
A
Dierlijke cellen
B
Dierlijke en plantaardige cellen
C
Plantaardige cellen
D
Schimmel cellen

Slide 22 - Quiz

Welk onderdeel komt niet voor bij dierlijke cellen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Celwand
D
Cytoplasma

Slide 23 - Quiz

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 24 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Dit zijn:
A
Bacteriële cellen
B
Schimmelcellen
C
Plantencellen
D
Dierlijke cellen

Slide 25 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Dit zijn:
A
Bacteriële cellen
B
Schimmelcellen
C
Plantencellen
D
Dierlijke cellen

Slide 26 - Quiz