1E 6 sept - 1.3 deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Als je 

binnenkomt:

BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?

BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?

HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?

ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?

STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 

BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Wat was het grote nieuws van gisteren, wie weet dat?

Is dit bericht fictie of non-fictie?

Wat gaan we doen vandaag:

• Namen en spullen checken
• 10 minuten lezen
• Starten met paragraaf 1.3 uit het Talent boek
• Huiswerk bespreken, zelfstandig werken

• Lesafsluiting

LEZEN

Vandaag starten we met het lezen van het boek Tien Torens Diep. 

In periode 1 en 2 lezen we iedere les samen. 

In periode 2 krijg je een toets over dit boek. 

Met lezen leer je woorden, verbeter je je spelling en prikkel je je fantasie. Ook  leer je begrijpen hoe mensen denken en waarom ze dingen doen. 

Je leest mee, en als ik je een beurt geef weet je waar we zijn. Als je niet meeleest, ben je niet aan het leren. Wat gebeurt er als ik merk dat je niet aan het leren bent?

Tien Torens Diep

Speelt zich af in een mijnwerkersdorp. Wie weet wat mijnen zijn?

Twee jongens en een meisje willen ook mijnwerker worden. 

Maar er gebeuren ernstige dingen. Moeten ze dat wel willen?

Jacques Vriens

Schrijver van het boek. Erg beroemd om zijn kinder- en jeugdboeken. Van Tien Torens Diep is een serie gemaakt. 

Ook schreef hij Oorlogsgeheimen, waar een film van is gemaakt. 

We gaan starten...

Open je boek, pag. 24

Vandaag, morgen en woensdag gaat het over technisch/begrijpend lezen. Waarom is dit belangrijk?

Lezen van teksten voor school, krantenartikelen, teksten op internet: ze zijn allemaal op dezelfde manier opgebouwd. Om teksten te begrijpen, moet je dus weten wat de bouwsteentjes van een tekst zijn. 

Schrijf op: 

Maandag 6 september

Lesdoel: na deze les kan ik een titel en een tussenkopje herkennen, en het onderwerp van een tekst benoemen. 

Het huiswerk was opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 1.3. Wie heeft het niet gemaakt?

Titel? Tussenkopje?

Bespreek je huiswerk met je buurman/buurvrouw

Bij opdracht 4: leertekst

Als je dat bericht ziet, waar gaat het dan over?

Waar een tekst over gaat, dat is het onderwerp van de tekst. 

Schrijf op (dit zijn aantekeningen):

Voor je een tekst gaat lezen moet je jezelf altijd de volgende vraag stellen: waar gaat deze tekst over?

Je weet waar de tekst over gaat door de titel en de tussenkopjes te lezen, vetgedrukte woorden te lezen en plaatjes te bekijken. 

Titel --> staat bovenaan een tekst, vaak dik gedrukt in grote letters

Tussenkopjes --> staan tussen de tekst, vaak ook dik gedrukt. Deze vertellen waar het stukje tekst over gaat. 

Aan de slag 

Maak nu zelfstandig opdracht 5 t/m 9 (6 hoef je niet te doen)

Je overlegt niet met je buurman of buurvrouw en stelt mij geen vragen.  Als je het even niet weet, denk dan goed na. Je kan vaak meer dan je denkt! 

Ik kom vanzelf langs om te kijken of het lukt. 

Huiswerk voor dinsdag - pak je agenda. 

Paragraaf 1.3: opdracht 5 t/m 9.

En: schrijf de woorden en betekenissen ervan bij tekst 1 en 2 over je in schrift. Maak zinnen van deze woorden. Probeer er uitgebreide zinnen van te maken. 

AFSLUITEN 

JE PAKT JE  SPULLEN PAS IN ALS IK ZEG DAT HET KAN. 

Wat hebben we gedaan vandaag?

Wat hebben we geleerd vandaag?

Wat is het huiswerk voor morgen?

 ?                        ?????