De grondwet

Hoe gaat het met iedereen?
😒🙁😐🙂😃
1 / 39
suivant
Slide 1: Sondage
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe gaat het met iedereen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Laptop opgeladen?
Pen mee?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Les plan:

  • Starten quizlet 
  • Herhaling van vorige week
  • 1848 De Grondwet "De belangrijkste wet van een land"
  • Afsluiting les 

Slide 3 - Diapositive

Industriële revolutie
(De eerste spoorlijn
Alles gaat sneller)

Slide 4 - Carte mentale

Schoolregels

Slide 5 - Carte mentale

verkeersregels

Slide 6 - Carte mentale

Waarom hebben we eigenlijk regels?

Slide 7 - Carte mentale

Begrippen
Grondwet              Willem II                 Ministers         

Overheid                Thorbecke            Regering

Democratie               Tweede Kamer      Rechten
timer
3:00

Slide 8 - Diapositive


Slide 9 - Question ouverte

Koning, ministers, rechters, provincies en gemeentes. 
In de grondwet staat welke rechten mensen hebben. 
Wat de regering wel en wat zij niet mogen doen.
De belangrijkste wet van een land. 
Wat is de grondwet?
Wat staat er in de grondwet over de regering?
Wat staat er in de grondwet over de mensen van een land.
Door welke overheidsorganen word Nederland bestuurd.

Slide 10 - Question de remorquage


Slide 11 - Question ouverte

Toen werd de eerste grondwet van het koninkrijk der Nederlanden gemaakt. 
De koning had nog erg veel macht.
De grondwet van 1848
Thorbecke 
Wat wordt gezien als het begin van de democratie in Nederland.
Wie stelde de grondwet van 1848 op?
Wat gebeurde er in 1815?
Wat was er bijzonder aan de grondwet van 1815?

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Lien

Grondwet
A
Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een bepaald gebied.
B
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
C
Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 14 - Quiz

Grondwet
Spelregels van onze samenleving. De belangrijkste wet van ons land. 

Slide 15 - Diapositive

Overheid
A
Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een land.
B
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
C
Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 16 - Quiz

Overheid
Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een land. In Nederland heb je de landelijke, provinciale en gemeentelijke overheid.


4:39 

Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Question ouverte


Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Lien

Democratie
A
Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een bepaald gebied.
B
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
C
Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 21 - Quiz

Democratie 
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen. 

Slide 22 - Diapositive

Kreeg de koning minder macht, de burgers juist meer.
Werd het kiesrecht in de Grondwet opgenomen.
Dat iedereen mag geloven wat hij of zij wil. Je mag ook zeggen wat je wilt en alle mensen in Nederland moeten gelijk behandeld worden.
vanaf 1919 
Wat gebeurde er in 1917 met de grondwet?
Wanneer kregen vrouwen pas kiesrecht?
Wat staat er in de eerste zin van de grondwet?
Wat was een grote verandering in de nieuwe grondwet van 1848?

Slide 23 - Question de remorquage

Tweede Kamer
A
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.
B
Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
C
Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 24 - Quiz

Tweede kamer 
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 25 - Diapositive

Thorbecke
A
De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden.
B
Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
C
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 26 - Quiz

Thorbecke 
Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848. 

Slide 27 - Diapositive

Willem II
10.20
A
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.
B
Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
C
De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden. Gaf toestemming voor de grondwet van 1848.
D
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.

Slide 28 - Quiz

Willem II
De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden. Gaf toestemming voor de grondwet van 1848.

Slide 29 - Diapositive


Slide 30 - Question ouverte


Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Lien

Regering
A
Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
B
Het bestuur van ons land dat bestaat uit de Koning en de ministers.
C
De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 33 - Quiz

Regering
Het bestuur van ons land dat bestaat uit de Koning en de ministers.

Slide 34 - Diapositive

Rechten
A
Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
B
Het bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers.
C
De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden.
D
Iets wat je mag.

Slide 35 - Quiz

Rechten
Iets wat je mag. Je hebt recht op onderwijs, je hebt recht op een dak boven je hoofd.

Slide 36 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Wat vond je van deze les?

Slide 38 - Carte mentale

Zijn er nog vragen?

Slide 39 - Carte mentale