Leesvaardigheid H1 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leesvaardigheid 

Deze les

- Terugblik

- Lesdoel

- Uitleg

- Voorkennis activeren

- Aan de slag

- Reflectie

Hij ______(veranderen – t.t.) voortdurend zijn reisplannen.

Zet de juiste leestekens:
We vertrekken om 10.00 uur maar je mag vanaf 9.00 uur bij mij komen

Welk verband herken je in de volgende zin?

Dit jaar wil ik op vakantie naar Turkije en dat kost nogal wat. Ik moet dus echt een zaterdagbaantje nemen om dit te kunnen betalen.

1. Uitleggend
2. tijdsvolgorde
3. samenvattend
4. concluderend

Welk verband herken je in de volgende zin?

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.

1. Uitleggend
2. tijdsvolgorde
3. samenvattend
4. concluderend

Welk verband herken je in de volgende zin?

Jeremy wilde niet naar de dierentuin, Anke wilde niet naar het pretpark, Yorrick wilde niet naar het strand; kortom we konden het niet eens worden over wat we gingen doen.

1. Uitleggend
2. tijdsvolgorde
3. samenvattend
4. concluderend

Welk verband herken je in de volgende zin?

"Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen."

1. Uitleggend
2. Tijdsvolgorde
3. samenvattend
4. concluderend

Welk verband herken je in de volgende zin?

De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.

1. Uitleggend
2. Tijdsvolgorde
3. samenvattend
4. concluderend

Lesdoel

Aan het einde van deze les heb je de tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen herhaald en kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vinden.

Let op! Een tekst kan meerdere tekstdoelen hebben, maar de vraag is: wat is het belangrijkste doel?

Wat is het belangrijkste doel van de vorige video?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat is de tekstsoort?

Wat is de tekstvorm?

www.nu.nl

Wat is de tekstvorm, tekstsoort en het tekstdoel van het artikel?

Wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte van het artikel?

Hoofdgedachte

Vorig jaar leerde jullie dat de hoofdgedachte antwoord geeft op de vraag: "wat is het belangrijkste dat er over het onderwerp wordt gezegd?"

Dit jaar splitsen we dit uit in een informatieve tekst en een betogende tekst:

- Bij een informatieve tekst bestaat de hoofdgedachte altijd uit feitelijke informatie.

bijv. "Een Amerikaanse wandelaar is na een maand teruggevonden in het natuurreservaat waar hij vermist was geraakt."

- Bij een betogende tekst bestaat de hoofdgedachte uit een mening met het belangrijkste argument: 

bijv. Het KNMI kan beter worden afgeschaft, want van de tien weersvoorspellingen komen er acht niet uit.

Voorkennis activeren

Wie heeft deze documentaire gezien?

Ik

Ik niet.

Samen doen

opdracht 14 op bladzijde 28

Wat ga je doen?

Maak opdracht 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17 op bladzijde 26-29

10 minuten in stilte

geen vragen

Lesdoel

Aan het einde van deze les heb je de tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen herhaald en kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vinden.

Wat is het verschil tussen de tekstvorm en de tekstsoort?