§ 3.1 Macro-economische productiefunctie

§3.1 Macro-economische productiefunctie
Wat is het verband tussen de inzet van de productiefactoren en de totale productie van een land?
Kernwoorden:
- productiefunctie &- productiefactoren
- factorproductiviteit
- 4 sectoren
- kapitaal/arbeidverhouding
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

§3.1 Macro-economische productiefunctie
Wat is het verband tussen de inzet van de productiefactoren en de totale productie van een land?
Kernwoorden:
- productiefunctie &- productiefactoren
- factorproductiviteit
- 4 sectoren
- kapitaal/arbeidverhouding

Slide 1 - Diapositive

De productiefunctie
De macro-economische productiefunctie geeft het BBP als functie van de vier productiefactoren: 
kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap:
Y = Af(K,L)

Slide 2 - Diapositive

Y = Af(K,L)

Hierin is:
  •  Y: nationaal inkomen (BBP)
  •  A: de factorproductiviteit; dit geeft aan hoeveel productie de productiefactor per tijdseenheid levert. De productiefactor ondernemerschap zit hierin verwerkt.
  •  K: kapitaal en natuur
  •  L: arbeid
 

Slide 3 - Diapositive

Y = Af(K,L)

Hoe hoger de kwaliteit (zit in de factorproductiviteit) en de kwantiteit van de productiefactoren (hoeveelheid K en L), des te hoger de mogelijke productie.

Als K en/of L toenemen, hoeft dit niet altijd te betekenen dat Y dezelfde stijging vertoont. Het kan zijn dat er sprake is van afnemende meeropbrengsten, dus dat de stijging van de productie afneemt bij een stijging van de productiefactoren.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Sectoren
De economie kan in vier sectoren worden verdeeld:
  • Primaire sector: hebben directe relatie tot de natuur; zoals landbouw, visserij, delfstoffen
  • Secundaire sector: de industriële sector; alles waar producten (uit de primaire sector) een bewerking ondergaan.



Slide 6 - Diapositive

  • Tertiaire sector: commerciële dienstverlening; zoals winkels, restaurants, kappers
  • Quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening; zoals ziekenhuizen, scholen, kerken

Slide 7 - Diapositive

Kapitaal-arbeidverhouding
De kapitaal-arbeidverhoudingen geeft weer in welke verhoudingen kapitaal en arbeid er geproduceerd wordt / kan worden. 
De kapitaal-arbeidverhouding geeft de relatieve hoeveelheid arbeid ten opzichte van de hoeveelheid kapitaal weer die in een productieproces wordt gebruikt.

Slide 8 - Diapositive

Sectoren die kapitaalintensief zijn gebruiken relatief veel kapitaal ten opzichte van arbeid. Deze sectoren hebben een ............. kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn van oudsher vooral de bedrijven in de secundaire sector en tegenwoordig ook wel in de primaire sector.
Sectoren die arbeidsintensief zijn gebruiken relatief veel arbeid ten opzichte van kapitaal. Deze sectoren hebben een ............. kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn vooral de bedrijven in de tertiaire en quartaire sector.

Slide 9 - Diapositive

Sectoren die kapitaalintensief zijn gebruiken relatief veel kapitaal ten opzichte van arbeid. Deze sectoren hebben een hoge kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn van oudsher vooral de bedrijven in de secundaire sector en tegenwoordig ook wel in de primaire sector.
Sectoren die arbeidsintensief zijn gebruiken relatief veel arbeid ten opzichte van kapitaal. Deze sectoren hebben een lage kapitaalarbeidsverhouding. Dit zijn vooral de bedrijven in de tertiaire en quartaire sector.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo