Anatomie p1 week 5: Spijsvertering (deel 2)

Anatomie P1 wk 5: Spijsvertering (deel 2)
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
anatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Anatomie P1 wk 5: Spijsvertering (deel 2)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het spijsverteringsstelsel.


Subleerdoelen
De student kan:
1. de volgende organen met hun Nederlandse naam benoemen en de Latijnse naam herkennen:
   alvleesklier, lever en galblaas.
2. de ligging, bouw, functie en werking van de alvleesklier, lever en galblaas uitleggen.
3. naast de functie voor de spijsvertering ook de andere functies benoemen van:
         o Lever (suiker-, vet en eiwitstofwisseling, ontgifting, galproductie, opslag
            en warmteproductie)
         o Alvleesklier (endogene en exogene klierfunctie)


 
Leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Vragen

                    Zijn er nog vragen over
               de lesstof van vorige week?

Slide 3 - Diapositive

Spijsvertering herhaling
Wat is de functie van het spijsverteringsstelsel?

Uit welke onderdelen bestaat het?


Slide 4 - Diapositive

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
timer
1:00
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus

Slide 5 - Question de remorquage

Dit deel verbindt de mond met de slokdarm
Hierin wordt voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt verder gekneed en fijn gemaakt
Dit deel is vele meters lang
Dit deel vervoert voedsel verder het spijsverteringskanaal in
Klieren in de wand vormen slijmstoffen en glijstoffen
Met dit deel kun je genieten van je eten

Keelholte

Maag

Dunne darm

Slokdarm

Dikke darm

Mondholte

Slide 6 - Question de remorquage

Quiz
Er volgen nu een aantal quizvragen over de 
lesstof van vorige week (week 4).
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 7 - Diapositive


Welk enzym in je speeksel start met de vertering van suikers en zetmeel?
A
amylase
B
pepsine
C
lipase
D
gal

Slide 8 - Quiz

Bij het doorslikken van een voedselbrok worden twee holten even afgesloten. Welke holten zijn en door wat worden zij afgesloten?
A
De neusholte door de huig en de luchtpijp door het strottenklepje
B
De neusholte door het strottenklepje en de luchtpijp door de huig
C
De luchtpijp door de huig en de slokdarm door het strottenklepje

Slide 9 - Quiz


Wat is de functie van het enzym pepsine?
A
Vertering van suikers
B
Vertering van vetten
C
Vertering van eiwitten

Slide 10 - Quiz

Waar komt het voedsel terecht nadat het de maag verlaat?
A
Colon
B
Oesofagus
C
Duodenum
D
Ileum

Slide 11 - Quiz

Welke verteringssappen worden aan de voedselbrij toegevoegd in de twaalfvingerige darm?
A
amylase en pepsine
B
alvleeskliersap en gal
C
gal en pepsine
D
amylase en alvleeskliersap

Slide 12 - Quiz

Waar in het spijsverteringskanaal leeft de darmflora en welke functie heeft het?
A
Leeft in de dunne darm en produceert vitamine D
B
Leeft in de dunne darm en produceert vitamine K
C
Leeft in de dikke darm en produceert vitamine D
D
Leeft in de dikke darm en produceert vitamine K

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de Latijnse naam "gaster"?
A
de mondholte
B
de maag
C
de dunne darm
D
de dikke darm

Slide 14 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de Latijnse naam "ileum"?
A
de twaalfvingerige darm
B
de nuchtere darm
C
de kronkeldarm
D
de dikke darm

Slide 15 - Quiz

Sleep elk onderdeel van het spijs-verteringskanaal naar de juiste plaats
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slokdarm 
Maag 
Mondholte 
Twaalfvingerige darm 
Dunne darm
Wormvormig aanhangsel
Dikke darm
Endeldarm
Anus

Slide 16 - Question de remorquage

Spijsverteringsstelsel - Lever
Welke functies heeft de lever?
  • suikerstofwisseling
  • vetstofwisseling
  • eiwitstofwisseling
     
  • ontgifting
  • galproductie
  • opslag voor stoffen
  • warmteproductie

Slide 17 - Diapositive

Spijsverteringstelsel - galblaas
Belangrijkste functie?

Slide 18 - Diapositive

Spijsverteringstelsel - alvleesklier
Wat is de functie?

  • Endocrien
  • Exocrien

  • Aanmaak in de alvleesklier
  • Afgifte in? 

Slide 19 - Diapositive

Spijsverteringstelsel - alvleesklier
  • Endocrien

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
De tafels worden in groepjes van 4 gezet.
  • Maak een groepje van 4 personen
  • Bedenk voor een ander groepje vragen over de lesstof (lever, alvleesklier, galblaas)
  • Je bedenkt 4 open vragen en 4 meerkeuzevragen die bestaan uit 3 antwoordmogelijkheden
  • Maak een document met alleen de vragen EN maak een antwoordmodel
  • Wanneer elk groepje klaar is met het bedenken van de vragen, worden de vragen van elk groepje doorgegeven aan het volgende groepje
  • Elk groepje gaat aan de slag met het maken van de vragen en schrijft de antwoorden op.
  • Daarna worden de antwoordmodellen uitgewisseld zodat de antwoorden gecontroleerd
     kunnen worden

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het spijsverteringsstelsel.


Subleerdoelen
De student kan:
1. de volgende organen met hun Nederlandse naam benoemen en de Latijnse naam herkennen:
   alvleesklier, lever en galblaas.
2. de ligging, bouw, functie en werking van de alvleesklier, lever en galblaas uitleggen.
3. naast de functie voor de spijsvertering ook de andere functies benoemen van:
         o Lever (suiker-, vet en eiwitstofwisseling, ontgifting, galproductie, opslag
            en warmteproductie)
         o Alvleesklier (endogene en exogene klierfunctie)


 
Leerdoelen

Slide 22 - Diapositive

Welk onderwerp van deze week is het minst duidelijk?
Lever
Galblaas
Alvleesklier
Geen enkele, alles is helemaal duidelijk

Slide 23 - Sondage

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Afsluiting
Doen na de les:
  • opdrachten verder afmaken (indien deze nog niet af zijn)
  • uitwerken leerdoelen week 5 uit de LOEP
    met behulp van het ingesproken college en de module Anatomie & fysiologie - Spijsverteringsstelsel
               

Slide 25 - Diapositive