Der Genitiv (de 2e naamval)

• Duits
• Middelbare school
• mavo, vwo
• Leerjaar 5

Der Genitiv (tweede naamval) 

Wie war es noch mal...? Der Genitiv...?

De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. In het Nederlands gebruiken we dan meestal van. Bijvoorbeeld:

de auto van mijn zus  -  das Auto meiner Schwester

In het Nederlands?

Het Koninkrijk der Nederlanden

Het Leger des Heils

's avonds (=des avonds)

Anna's fiets

's Gravenhage

plek des onheils

de heer des huizes

de tand des tijds

Der-groep:

mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud

des + (e)s        der                  des + (e)s         der

dieses + (e)s   dieser             dieses +(e)s    dieser

Ein-groep:

mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud

eines+(e)s      einer               eines                  keiner

meines+(e)s  meiner           meines+(e)s     meiner

Vragend voornaamwoord

2e naamval: wessen?

Nl: wiens fiets, wier voornemen?

Voorzetsels 2e naamval

während = tijdens

infolge = ten gevolge van

statt = in plaats van

wegen = vanwege, wegens

trotz = ondanks

außerhalb = buiten (plaats en tijd) 

innerhalb = binnen (plaats en tijd)

2e naamval of von?

In spreektaal komt von wel regelmatig voor 

en

-bij namen van personen: die Eltern von Tim

-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg

-s of -es?

Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang -s, maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang -es gebruikt:

-achter woorden die eindigen op een s-klank : die Quelle des Flusses (der Fluss)

-soms moet je de -s aan het einde verdubbelen: die Tore des Gefängnisses (der Gefängnis)

-achter woorden met 1 lettergreep: der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes

1. De mening van mijn zus =
Die Meinung _________ Schwester__

1. meiner Schwester
2. meines Schwesters

9. Der Turm jen___ Kirche____ .

1. jenes Kirches
2. jener Kirche
3. jener Kirches
4. jenes Kirche

11. Arbeitest du in der Werkstatt
(van jouw)_________________ Vater__?

1. deiner Vater
2. deinem Vatern
3. deines Vateres
4. deines Vaters

12 Die Behauptung
(van onze) _________________ Direktorin stimmt nicht.

1. eurer Direktorin
2. eure Direktorins
3. unserer Direktorin
4. unsere Direktorin

13. Ich fand die Forderung
(van de) _________________ Betriebe (mv) gerechtfertigt.

1. der Betriebe
2. des Betriebes
3. den Betriebe
4. der Betrieben

Ik kan de vormen van de 2e naamval gebruiken

😒🙁😐🙂😃