H3D P3 les 3- BZL (2-03-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Mevrouw van der Biezen

¡Bienvenidos!

21 mei 2021

Preguntas 

Programa de hoy

• Corregir los deberes
  
• Taaldorp
  

Deberes

 Escuchar: 

Bron A ¡Vivan los rumores!

              Paso Adelante TB p. 31

              Paso Adelante WB p. 103 & 104, ejercicio 3 + 4

  

Luisterfragment

3A 1. Schrijf drie dingen op die je te weten komt over Marta en Alejandro

3A 2. Wat denk je dat de titel van bron A betekent

1. leve de roddels!
2. wat een lawaai!
3. De beroemdheden leven!

3B 1. Wat is marta aan het doen?

1. Tv aan het kijken
2. een tijdschrift aan het lezen
3. huiswerk aan het maken

2. Waarover praten Marta en Alejandro?

1. Over beroemdheden
2. Over het Argentijnse voetbal elftal
3. Over Argentijnse eten

3. Waarom vraagt Alejandro iets over Antonio de la Rúa?

1. Hij is fan van hem
2. Hij weet niet wie dat is
3. Hij heeft laatst iets over hem gelezen

4. Wat vindt Alejandro van tijdschriften?

1. Hij is dol op tijdschriften, vooral roddelbladen
2. Hij vindt roddelbladen stom, er staan maar leugens in
3. Hij vindt roddelbladen leuk, maar heeft geen tijd om te lezen

5. Waar hebben Alejandro en Marta het op het laatst over?

1. Over een tv programma
2. Over het laatste concert van Shakira
3. Over het rijke vriendje van Marta

Ejercicio 3C

1. Volgens Marta zijn Shakira en Antonio weer bij elkaar/ uit elkaar

2. Marta moet lachen omdat Alejandro hier toch meer over wil weten/ verliefd is op Shakira

3. Volgens Marta gaat Javier dit weekend trouwen/ meedoen aan een tv - programma

4. Alejandro gelooft dit wel/ niet. 

5. Marta wil graag meedoen aan een tv - programma/ met een miljonair trouwen

Ejercicio 3D

Schrijf drie Spaanse zinnen op waarin Alejandro zijn mening geeft over roddeltijdschriften. 

Vertaal de zinnen daarna in het Nederlands.

Ejercicio 4A

Combina las palabras españolas con su traducción holandes y completa el esquema. 

1. el novio = b) de vriend
2. de nuevo = a) opnieuw
3. se separaron = d) ze zijn gescheiden
4. la mentira = i) de leugen
5. es una pena = g) het is jammer
6. el fin de semana = f) het weekend
7. participar = c) meedoen
8. casarse = h) trouwen
9. la historia = j) het verhaal
10. la vida = e) het leven

Ejercicio 4B

1. ¡___________ que viene tengo una fiesta! Mi primo Juan va a ________ con Eva. 

2. ¿ Sí? ¿De verdad? No es una _______________.

3. Si si, Eva y Juan están juntos ______________.

4. El año pasado Juan y Eva _____________________, pero no duró mucho. Ahora están muy felices juntos.

5. Si, antes Mariano era ________________ de Eva.

6. Seguro que Juan y Eva van a tener una _____________________ muy feliz.

7. _______________________________, no puedo ir a la boda.

1. el fin de semana, casarse

2. mentira

3. de nuevo

4. se separaron

5. novio

6. vida

7. es una pena

Respuestas

Ejercicio 4C

1. Wat ben je aan het lezen?

2. Een artikel over Antonio de la Rúa.

3. Waarom is hij beroemd?

4. Hij is de ex van Shakira.

5. Ze zijn weer bij elkaar.

6. Ze gaan dit weekend trouwen.

1. ¿Qué estás leyendo?
2. Un artículo sobre Antonio de la Rúa.
3. ¿Por qué es famoso?
4. Es el ex-novio de Shakira.
5. Están juntos de nuevo.
6. Se van a casar este fin de semana.

Hoy

In groepjes werken aan het gesprek van Taaldorp.

Let op! Het is een werk dat je samen deelt met je mede-leerlingen. Dus doe iets./ Werk hieraan.

Zet wat je hebt op Googleclassroom.