2KGT B45 Les 1 - gr blok 4 herhalen blok 5 lezen maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Vergeet met al dat thuiswerken niet dat lezen super belangrijk is! Je kan bij de bibliotheek gratis leesboeken luisteren. Klik eens op deze link en kijk of er een leuk boek op staat wat jij zou willen luisteren/lezen.

Groet, jouw docent Nederlands 

Wat gaan we doen vandaag?

- Herhalen blok 4 grammatica

- Blok 5 lezen maken

- Extra opdrachten

Doelen

Je kan een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp vinden in een zin.

Je kan een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord aanwijzen in een zin.

Je leert een tekst samenvatten.

Je leert de hoofdgedachte te benoemen van een tekst.

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

Pak een papier en schrijf onderstaande zinnen over. Let op, laat een regel vrij tussen de zinnen.

De scheidsrechter heeft het doelpunt afgekeurd.

De spits schoot de bal vanuit een buitenspelpositie.

Op de tribune uitten de supporters hun ongenoegen.

Luid schreeuwden zij onverstaanbare leuzen.

Bijna had de scheidsrechter de wedstrijd stilgelegd.

Waarschijnlijk verlengt de wedstrijleiding de wedstrijd met 2 minuten.

Ontleed de zinnen.

- Onderstreep de persoonsvorm

- Benoem het werkwoordelijk gezegde

- Zet zinsdeelstrepen

- Benoem het onderwerp

- Benoem het lijdend voorwerp

Lever hier jouw antwoorden in.

Kijk zelf ook na...

1. onderwerp: de scheidsrechter

persoonsvorm: heeft

gezegde: heeft afgekeurd

lijdend voorwerp: het doelpunt

2 onderwerp: De spits

persoonsvorm: schoot

gezegde: schoot

lijdend voorwerp: de bal

3 onderwerp: de supporters

persoonsvorm: uitten

gezegde: uitten

lijdend voorwerp: hun ongenoegen

Kijk zelf ook na...

4 onderwerp: zij

persoonsvorm: schreeuwden

gezegde: schreeuwden

lijdend voorwerp: onverstaanbare leuzen

5 onderwerp: de scheidsrechter

persoonsvorm: had

gezegde: had stilgelegd

lijdend voorwerp: de wedstrijd

6 onderwerp: de wedstrijdleiding

persoonsvorm: verlengt

gezegde: verlengt

lijdend voorwerp: de wedstrijd

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?

Wanneer is het antwoord op deze vraag geen meewerkend voorwerp?

Pak een papier en schrijf onderstaande zinnen over. Let op, laat een regel vrij tussen de zinnen.

AS Roma stuurde Ajax een transfercontract.

Ik mail mijn trainer dat ik morgen niet kan komen.

Het team vraagt de scheidsrechter een time-out.

De winnaar werd een prachtige bos bloemen overhandigd door de voorzitter van de club.

Bij de wedstrijd in São Paula geven de coaches aan beide teams extra drinkpauzes.

Lever hier jouw antwoorden in.

Kijk zelf ook na..

Meewerkend voorwerp:

1 Ajax

2 mijn trainer

3 hem

4 de scheidsrechter

5 de winnaar

En door..

Nu een herhalingsfilmpje over de persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Welk persoonlijk voornaamwoord kan op de puntjes staan?
Sjinkie Knegt is een hele tactische schaatser.
... is een hele tactische schaatser.

Welk persoonlijk voornaamwoord kan op de puntjes staan?
Hij laat de Hongaar in de laatste rondes achter zich.
Hij laat ... in de laatste rondes achter zich.

Welk persoonlijk voornaamwoord kan op de puntjes staan?
Het shorttrackteam van Otterspeer is veel beter geworden dit seizoen.
... is veel beter geworden dit seizoen.

Welk persoonlijk voornaamwoord kan op de puntjes staan?
Voor de schaatsliefhebbers is het succes van Sjinkie Knegt een cadeautje.
Voor ... is het succes van Sjinkie Knegt een cadeautje.

Bezittelijke voornaamwoorden kunnen er hetzelfde uitzien als persoonlijke voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Onze, uw en jouw zijn altijd bezittelijke voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Haar is altijd een persoonlijk voornaamwoord.

1. Waar
2. Niet waar

Een bezittelijk voornaamwoord geeft bezit aan: van wie is iets?

1. Waar
2. Niet waar

In de zin 'Zij hebben al hun energie verspeeld.' staat één bezittelijk voornaamwoord.

1. Waar
2. Niet waar

In de zin 'Heb je je locker goed afgesloten?' staan twee bezittelijke voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

En door!

Zo, dat was de herhaling van grammatica van blok 4.

Nu gaan we verder met blok 5 lezen!

Lees eerst de uitleg over een samenvatting

En lees de uitleg over de hoofdgedachte

Aan de slag!

Maken:

Blok 5 Lezen

Opdracht 1, 2 en 3

Via onlinemethode

Tip! Leg bladzijde 233 van je boek open. Hier staat de tekst.

Hoe zijn de onlineopdrachten gegaan?

Wat moet je nog oefenen van deze les?

Einde

We hopen dat je veel hebt gedaan/geleerd.

In de volgende dia kijken we terug naar de doelen van deze les.

Kijk of je ze allemaal beheerst. Is dat niet zo, staat daarachter hoe je nog extra kan oefenen.

Doelen

Je kan een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp vinden in een zin. 

[Bijspijkeren grammatica 2.7, 3.4 en 4.5][Opdrachten in de studiewijzer]

Je kan een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord aanwijzen in een zin. 

[Bijspijkeren grammatica 3.5, 4.7 en 4.8][Opdrachten in de studiewijzer]

Je leert een tekst samenvatten. 

[Bijspijkeren lezen 5.11][Nieuwsbegrip, vraag je docent om een inlogcode!]

Je leert de hoofdgedachte te benoemen van een tekst. 

[Bijspijkeren lezen 5.11][Nieuwsbegrip, vraag je docent om een inlogcode!]

Fijne dag en bllijft gezond!