TH1B - 18-01-2024 - CH2D

TH1B ~ français ~ jeudi le 18 janvier

Bonjour tout le monde!

  • telefoons in telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  • agenda, boek HV1A, pen op tafel
  • Eerst vragenlijst invullen!

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

TH1B ~ français ~ jeudi le 18 janvier

Bonjour tout le monde!

  • telefoons in telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  • agenda, boek HV1A, pen op tafel
  • Eerst vragenlijst invullen!

Slide 1 - Diapositive

TH1B ~ français ~ jeudi le 18 janvier
Le saviez-vous?

Fransen zeggen niet gauw "tu" (tutoyeren), alleen bij familieleden en mensen die ze heel goed kennen. Anders gebruiken ze "vous" (vouvoyeren). Dit doe je met alle mensen die je niet kent en met mensen van het werk. Je zegt pas "tu" wanneer de mensen het je zelf voorstellen.






Slide 2 - Diapositive

Les objectifs du cours dernier (lesdoelen)

  • Je gaat luisteren naar een gesprek waarin jongeren iets bestellen op een terras. Aan het eind van deze paragraaf kun je iets bestellen.

    ex. 6, 7a, 8ab (p. 64-65)

Slide 3 - Diapositive

Les objectifs du cours (lesdoelen)

  • Je gaat oefenen met de regelmatige werkwoorden op -er. Aan het eind van deze paragraaf kun je ze gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Devoirs pour le 25-01-2024
  • Faire: ex. 16-19 (p. 72-75)

  • Apprendre: grammaire D (p. 95)

  • Réviser: voca A (p. 92)

Slide 5 - Diapositive

Le programme

  • Ex. 16a (p. 72)

  • Explication

  • Écouter

  • Travailler

Slide 6 - Diapositive

Le programme

  • Ex. 16a

  • Explication

  • Écouter

  • Travailler

Slide 7 - Diapositive

Explication (aantekeningen!)

Alle werkwoorden die eindigen op -er vervoeg je zo:

1. Hele werkwoord - er = stam
2. Stam + uitgang
je -e                nous -ons
tu -es           vous -ez
il/elle/on -e        ils/elles -ent

Slide 8 - Diapositive

Oefenen

1. je (parler)
2. nous (habiter)
3. elle (écouter)
4. vous (donner)
5. ils (chercher)
6. tu (trouver)
7. il (regarder)

Slide 9 - Diapositive

Oefenen

1. je parle
2. nous habitons
3. elle écoute
4. vous donnez
5. ils cherchent
6. tu trouves
7. il regarde

Slide 10 - Diapositive

Le programme

  • Ex. 16a

  • Explication

  • Écouter: ex. 16c (p. 73)

  • Travailler

Slide 11 - Diapositive

Le programme

  • Ex. 16a

  • Explication

  • Écouter

  • Travailler: ex. 16-19 (p. 72-75)

Slide 12 - Diapositive

Les objectifs du cours

  • Je gaat oefenen met de regelmatige werkwoorden op -er. Aan het eind van deze paragraaf kun je ze gebruiken.



Slide 13 - Diapositive