Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Vrijdag 3 november 1C AZC
timer
20:00
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
timer
20:00
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je gelezen?
Slide 2 - Diapositive
Vertel wat je buurman of buurvrouw aan heeft.
Slide 3 - Diapositive
Welke kleuren ken je nog?
Slide 4 - Carte mentale
De bloes is blauw.
De blauwe bloes.
Slide 5 - Diapositive
De trui is geel.
De gele trui.
Slide 6 - Diapositive
De das is groen.
De groene das.
Slide 7 - Diapositive
De broek is zwart.
De zwarte broek.
Slide 8 - Diapositive
De pet is grijs.
De grijze pet.
Slide 9 - Diapositive
De tas is roze.
De roze tas.
Slide 10 - Diapositive
De muts is roze.
De roze muts.
Slide 11 - Diapositive
De jas is blauw.
De blauwe jas.
Slide 12 - Diapositive
De schoenen
zijn
bruin.
De bruine schoenen.
Slide 13 - Diapositive
Het t-shirt is blauw.
Het blauwe t-shirt.
Slide 14 - Diapositive
De rok is groen.
De groene rok.
Slide 15 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
De bloes is groene. De bloes is groene.
B
De bloes is groen.
Slide 16 - Quiz
Wat is goed?
A
De schoenen zijn zwart.
B
De schoenen zijn zwarte.
Slide 17 - Quiz
Wat is goed?
A
Het rood t-shirt.
B
Het rode t-shirt.
Slide 18 - Quiz
Wat is goed?
A
De grijs broek.
B
De grijze broek.
C
De broek is grijs.
D
De broek is grijze.
Slide 19 - Quiz
Sleep de Nederlandse woorden naar de juiste kleuren.
geel
blauw
zwart
grijs
rood
groen
wit
oranje
roze
bruin
Slide 20 - Question de remorquage
De groene jas.
De rode jurk.
De grijze broek.
De
blauwe schoen.
De paarse pet.
Slide 21 - Question de remorquage
Z
ijn muts en zijn das zijn paars.
Zijn broek is bruin.
Hij heeft een groene trui.
Hij heeft oranje handschoenen .
Hij heeft een blauwe jas.
Zijn broek is bruin.
Slide 22 - Question de remorquage
Hij heeft een grijze broek aan.
De bloes is groen.
Hij draagt een gele broek.
Zij draagt een zwarte rok.
Zijn t-shirt is rood.
Haar jurk is blauw.
Slide 23 - Question de remorquage
Wie is wie?
Omar draagt een blauwe bloes.
Jos heeft bruin haar.
De das van Harry is geel.
De bloes van Ali is roze.
Slide 24 - Question de remorquage
Zelfstandig werken
Diglin, Lowan of Disk
Slide 25 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
kleding zinnen maken
Mars 2023
- Leçon avec
37 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
kleding zinnen maken
Octobre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
De kleuren
Janvier 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
De kleuren
Septembre 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Les 2: Kleding
Janvier 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 1
Les 2: Kleding
Janvier 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 1
De kleren (2)
Octobre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1-4
kleding 18 oktober
Octobre 2022
- Leçon avec
35 diapositives
nt2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1