Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Je mag op een ander plekje zitten
Pak alvast: je laptop
De laptops blijven nog dicht
Slide 1 - Diapositive
Deze les
Vooruitblik komende weken
Herhalen grammatica woordsoorten
Introductie en eerste stap interviewproject
Slide 2 - Diapositive
De komende tijd
Grammatica aan de hand van grammaticaboekje - hier gaat de toets over (zie Classroom)
Interviewproject: praktijkopdracht en presentatie voor een cijfer
Slide 3 - Diapositive
Vandaag en volgende les
Herhalen en opfrissen grammatica uit de brugklas, met grammaticaboekje
Vandaag: woordsoorten
Volgende les: zinsdelen
Slide 4 - Diapositive
Het nut van grammatica
Brugklas: geleerd dat zinsdelen en woordsoorten iets voor je doen: ze zorgen ervoor dat je zinvol kunt praten en schrijven.
Daarnaast heb je ontdekt dat talen qua bouw meer op elkaar lijken dan je op het eerste gezicht (gehoor) zou denken. Dat helpt als je ‘moeilijke’ dingen moet doen bij bijv. Frans.
Dus belangrijk om je met grammatica bezig te houden!
Slide 5 - Diapositive
Woorden en zinnen
Alleen aan woorden heb je niets. Pas als woorden in een structuur (zinsbouw) zitten krijg je zinvolle communicatie.
Je voelt het meteen aan als zo’n structuur niet klopt. Kijk maar:
Boek heeft Marie aan gegeven Jan het. :(
Jan heeft het boek aan Marie gegeven. :)
Slide 6 - Diapositive
Met grammatica ontdek je wat je van nature al weet!
Grammatica gaat over twee dingen:
Betekenissen en eigenschappen van woorden
Regels die bepalen hoe woorden en woordgroepen – zinsdelen dus – een echte zin kunnen vormen. Die regels gaan dus over zinsbouw (syntaxis).
Slide 7 - Diapositive
Woordsoorten
Je herkent sinds de brugklas de volgende woordsoorten:
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Slide 8 - Diapositive
Opdr. 1: Herhaalopdracht woordsoorten
Grammaticaboekje
Zie opdracht 1 op blz. 6 en lees tekst 1
In tekst 1 zijn twaalf woorden dikgedrukt en genummerd. Noteer per woord bij welke woordsoort ze horen. Kies uit: lidwoord (lw), zelfstandig naamwoord (zn), bijvoeglijk naamwoord (bn), werkwoord (ww) en voorzetsel (vz).
Max. 10 minuten > dan bespreken
Slide 9 - Diapositive
Interviewproject
Vraag jij je wel eens af waar, met wie of hoe je later zult leven en wat je later zult doen om je geld te verdienen? Bestaat er eigenlijk een recept voor een leuk, interessant of afwisselend leven?
In deze opdracht ga je zelfstandig of in een tweetal iemand interviewen met een interessant leven. Met wie zou je wel eens willen praten? En lukt het om wat goede tips te krijgen voor een afwisselend leven?
Slide 10 - Diapositive
Interviewproject
Toepassen theorie: een zakelijke e-mail schrijven, een vraaggesprek maken en houden en een korte presentatie geven.
We werken in verschillende stappen
Wat wordt beoordeeld: de zakelijke e-mail, het interview en de presentatie. Alles bij elkaar levert 1 cijfer op.