Linking Words

LINKING WORDS



signaalwoorden

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LINKING WORDS



signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat zijn 'linking words'?

Slide 3 - Question ouverte

Noem een aantal soorten 'linking words'

Slide 4 - Question ouverte

Welk woord gebruiken we NIET bij het geven van een voorbeeld?
A
for example
B
namely
C
for instance
D
furthermore

Slide 5 - Quiz

De woorden:
And, In addition, As well as,
Also, Too, Furthermore, Moreover, Apart from
In addition to ,Besides
Gebruiken we om informatie:
A
te verklaren
B
samen te vatten
C
toe te voegen
D
in volgorde te zetten

Slide 6 - Quiz

De woorden: In short
In brief, In summary,To summarise, In a nutshell, To conclude
In conclusion

Gebruiken we om informatie:
A
samen te vatten
B
te verklaren
C
in juiste volgorde te zetten
D
voorbeelden te geven

Slide 7 - Quiz

De woorden: The former,
Firstly, secondly, finally, The first point is,
Lastly, The following

Gebruiken we om:
A
samen te vatten
B
informatie toe te voegen
C
te verklaren
D
volgorde aan te geven

Slide 8 - Quiz

De woorden: Due to / due to the fact that,
Because, Because of, Since, As

Gebruiken we om:
A
te verklaren/uit te leggen
B
volgorde aan te geven
C
samen te vatten
D
tegenstelling aan te geven

Slide 9 - Quiz

De woorden: Therefore, So, Consequently
This means that, As a result

Gebruiken we om:
A
resultaat/gevolg aan te geven
B
volgorde aan te geven
C
samen te vatten
D
voorbeelden te geven

Slide 10 - Quiz

De woorden: But, However, Although / even though
Despite, In spite of / in spite of the fact that
Nevertheless, Nonetheless

Gebruiken we om:
A
samen te vatten
B
contrast aan te geven
C
te verklaren
D
volgorde aan te geven

Slide 11 - Quiz

I like sugar in my tea, .......... I don't like milk in it.
A
or
B
but
C
so
D
moreover

Slide 12 - Quiz

He was late ........ the bus didn't come.
A
or
B
or
C
because
D
why

Slide 13 - Quiz

They climbed the mountain...... it was very windy.
A
although
B
after
C
so
D
because

Slide 14 - Quiz

.......... I finished school, I went to New Zealand.
A
Although
B
After
C
So

Slide 15 - Quiz

Maak nu even een aantal oefenteksten
Library reading 1 (via magister) 
At least 3 excersises 
Let goed op de linking words.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive