oefenen toets

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

oefenen toets

Bij levensbeschouwing gaat het om:

1. gewone vragen
2. levensvragen

Een levensvraag is

1. een vraag naar feiten
2. een vraag naar meningen

een gewone vraag is:

1. een vraag naar feiten
2. een vraag naar meningen

Een levensvraag heeft 2 kenmerken: welke hoort er niet bij!

1. er wordt gevraagd naar meningen
2. Die meningen gaan over wat echt belangrijk is
3. er wordt gevraagd naar feiten

Denk je dat je later gelukkig wordt?
Dit is een gewone vraag

1. waar
2. niet waar

Hoe laat is het?
Dit is een gewone vraag

1. Waar
2. niet waar

Moet je altijd de waarheid vertellen?
Dit is een levensvraag

1. Waar
2. niet waar

Je levensbeschouwing: de gewone vragen die je stelt en de antwoorden die je daarop geeft.

1. Waar
2. Niet waar

Een voorbeeld van een persoonlijke levensbeschouwing is:

1. De lb van moslims
2. de lb van christenen
3. De lb van jezelf
4. de lb van hindoes

Deze mensen geloven meestal niet in God, stellen de menselijke waardigheid centraal en streven naar een humanitaire samenleving.

1. Hindoeïsme
2. Christendom
3. Islam
4. Humanisme

Deze mensen benadrukken dat lijden en verdriet bij het leven horen. Boeddha is hun grote voorbeeld

1. Boeddhisme
2. Hindoeïsme
3. Christendom
4. Humanisme

Deze mensen benadrukken de grootheid en almacht van God. De Koran is hun heilige boek.

1. Boeddhisme
2. Christendom
3. Islam
4. Hindoeïsme

Deze godsdienst ligt aan de wortels van het christendom en de islam

1. Hindoeïsme
2. Christendom
3. Humanisme
4. Jodendom

Deze godsdienst gaat terug op Jezus van Nazereth

1. Jodendom
2. Humanisme
3. Christendom
4. Islam

Deze lb komt met name voor in India. Aanhangers geloven in de wedergeboorte van alles wat leeft.

1. Humanisme
2. Hindoeïsme
3. Islam
4. Boeddhisme

Welke gebeurtenissen roepen levensvragen op? Er zijn er twee goed.

1. Verwonderen over situaties
2. Wanneer je slaapt
3. Gebeurtenissen van alledag
4. Ingrijpende gebeurtenissen

Waar of niet waar:
Filosoferen is nadenken over levensvragen

1. Waar
2. Niet waar

Communiceren is:

1. Het hebben van een gesprek
2. Overleggen met elkaar
3. Het hebben van een goed gesprek
4. Veel praten

Belangrijk bij communicatie is

1. Niet naar elkaar luisteren
2. Je geeft je mening met argumenten
3. Degenen die een gesprek voeren reageren op elkaar
4. Je luistert alleen maar

Regel 1: Openstaan voor de ander

Eerst nadenken, dan pas iets zeggen

Gebruik argumenten en word niet persoonlijk

Elkaar uit laten spreken.

Echt luisteren naar wat een ander zegt.

Goede argumenten moet je niet verwarren met hard praten

Je kunt het woord vragen omdat je niet begrijpt wat iemand bedoeld.

Dat vind ik gewoon is geen goed argument

Denk niet altijd dat jouw mening beter is. 

Ik kan best begrijpen dat jij vindt dat wij in het westen veel meer aan ontwikkelingshulp moeten doen. Je hebt immer als kind hongersnood in Afrika meegemaakt.
Dit is het:

1. Ik standpunt
2. Jij standpunt

Dat zij mensen niet zo snel meer vertrouwt, begrijp ik wel; ze is immers al een paar keer opgelicht.

1. Ik standpunt
2. Jij standpunt

Wat je zegt lijkt zo gevoelloos maar komt dat niet omdat je altijd geleerd hebt dat jongens zogenaamd stoer moeten zijn?

1. Ik standpunt
2. Jij standpunt

Ik hoor best wat je zegt maar ik ben het niet met je eens. Ik snap ook niet waarom je dat zegt en eigenlijk interesseert me dat ook niet.

1. Ik standpunt
2. Jij standpunt