NPO leesvaardigheid

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

NPO leesvaardigheid

Als je een moeilijke tekst krijg om te lezen, probeer dan in ieder geval de onderstaande vragen te beantwoorden :

Gebruik de  4 W's:

What ?

Who ?

What ?

What ?

    

 What and who?

_What is the text about?

_Who are the main characters?

_What happens?

_What do you think of the text and why?

1. What?

What is the text about?

Here your answer can be very short!

In the text about Buster your answer can be:

The text is about a dog that was lost

2. Who?

To get an answer you look for:

Names

Words like : the man,The woman the girl, the boy etc.

In the story about Buster:

A dog called Buster

A girl called Sarah

3. What happens?

This is the most difficult question!

You have to try and find as many things as possible here,

read the text again or scan it!

Let's do that together for Buster.

What did we find about Buster in the text?

He was lost = kwijt

She, Sarah, found him again, because she heard him bark

He was wet and scared, under a bush.

She took him home.

The next day they spend the whole day exploring.

Conclusion : there is always hope.

4.What do you think of the story?

Here you can give a short answer, but the why is the most important answer!

Possible answer for Buster might be:

I like the story because it is about a dog.

I don't like the story because it is difficult to read.

Scannen, Skimmen.

Scannen : Bijvoorbeeld op zoek gaan naar namen, plaatsen etc. Je zoekt dan naar iets speciaals, je hoeft eigenlijk de rest niet te lezen, je bent op zoek naar een antwoord

Skimmen : Je leest de tekst oppervlakkig door, hier gaat het vooral over waar de tekst over gaat.

Lees bijvoorbeeld de eerste en de laatste regel van iedere alinea

Intensief lezen

Intensief lezen is er voor bedoeld om zo veel mogelijk informatie uit de tekst te halen.

Intensief lezen doe je bij voorkeur mbv een markerstift om de belangrijke informatie naar voren te halen.

Fictie/non-fictie

Of in het Engels : Fiction/ non-fiction

Fictie is verzonnen

Non-Fictie is echt gebeurd/ of gebeurt nu echt!

Welke van de 4 what/who vragen is Scannen?

1. 1
2. 3
3. 2
4. 4

Welke van de what/who vragen is Skimmen?

1. 1
2. 3
3. 2
4. 4

Zit er een intensief lezen vraag bij de what/who vragen?

1. misschien
2. ja
3. Nee
4. Soms

Want to practise your reading?

https://lingua.com/nl/engels/lezen/at-school/