Voorbereiden van de was

Binnen=beginnen 
Ga zitten doe je jas uit, pet af en kauwgom in de prullenbak

Leg klaar: Je Z&W map/ laptop/ schrijfmateriaal
Start lesson up op en log in met je eigen naam.
timer
7:00
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Binnen=beginnen 
Ga zitten doe je jas uit, pet af en kauwgom in de prullenbak

Leg klaar: Je Z&W map/ laptop/ schrijfmateriaal
Start lesson up op en log in met je eigen naam.
timer
7:00

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
- Je kunt samenstellingsetiketten en behandeletiketten lezen en ernaar handelen
- Je kunt samenstellingsetiketten en behandeletiketten uitleggen
- Je kunt wasgoed sorteren en het wasgoed behandelen

Slide 2 - Diapositive

Wat doe je allemaal voordat
de was de machine
in gaat?

Slide 3 - Carte mentale

Dit doe je voordat de was de machine in gaat:



- zakken leeghalen
- ritssluiting dicht doen
- donkere kleding omdraaien
- kleding met prints omdraaien
- vlekkenmiddel op vlekken
- etiket lezen
- was sorteren
- etiket lezen
- was sorteren

Slide 4 - Diapositive

Het samenstellings-
etiket; wat kan daar bijvoorbeeld
op staan?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe heet dit etiket?

A
Behandelingsetiket
B
Samenstellingsetiket

Slide 6 - Quiz

Hoe heet dit etiket?
A
Behandelingsetiket
B
Samenstellingsetiket

Slide 7 - Quiz

Wassymbolen: staan op kledinglabel
Hoe je het moet wassen/behandelen 

Slide 8 - Diapositive

Werkhouding: 




Werktijd: 
Individuele opdracht: 
Check de opdracht voorbereiden van de was.
Gemaakt? 
  • Niet gemaakt? 
  • Maak Bijlage 1
  • Gebruik je theorie!!!!  
  • Wel gemaakt? Zelfstandig nakijken (bij de docent).
  • Bijlage 2?



timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Leerdoel
- Je kunt behandeletiketten lezen en ernaar handelen
- Je kunt verschillende wassymbolen uitleggen.

Slide 10 - Diapositive

Wat betekenen de symbolen op dit etiket?

Slide 11 - Question ouverte

Volgende les uur
Verder met de opdracht voorbereiden van de was. 
Quiz 


Slide 12 - Diapositive

Voorbereiden van de was
Binnen is beginnen
Leg klaar: Je Z&W map/ laptop/ schrijfmateriaal
Start lesson up op en  log in.

Slide 13 - Diapositive

Extra informatie op waslabeltje:
-  met dezelfde kleuren wassen, waarom?
-  apart wassen, waarom?
-  binnenstebuiten wassen, waarom? 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

De was sorteren:
welke stapels
maak je?

Slide 16 - Carte mentale

Welke soorten kleding/textiel
moet je met de
hand wassen? Een voorbeeld mag ook

Slide 17 - Carte mentale

Waarom met de hand wassen?
1. het kledingstuk slijt minder snel
2. het kledingstuk raakt minder snel uit model
3. het kan sneller dan in de machine
4. het is beter voor het milieu, WAAROM??????

Slide 18 - Diapositive

0

Slide 19 - Vidéo

Op hoeveel graden was je kleding die niet al te vies is?

A
30 graden
B
60 graden
C
40 graden
D
90 graden

Slide 20 - Quiz

Op hoeveel graden was je de bonte was met vlekken (de vieze was) meestal?
A
30 graden
B
90 graden
C
60 graden
D
40 graden

Slide 21 - Quiz

Hoe warm was je in de machine het beddengoed?

A
90 graden
B
koud
C
60 graden
D
100 graden

Slide 22 - Quiz

Waarom moet je af en toe een wasje op 90 graden doen?

A
minder bacteriën in wasmachine
B
zo gaat je wasmachine langer mee
C
vieze geurtjes verdwijnen zo
D
minder vetluis in de machine

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool?
.

Slide 24 - Diapositive

Wat betekent dit wassymbool?


Slide 25 - Diapositive

Wat betekent dit wassymbool
A
Niet Bleken
B
Niet Drogen
C
Niet Wassen
D
Niet Stomen

Slide 26 - Quiz

Werkhouding: 




Werktijd: 
Individuele opdracht: 
  • Afmaken bijlage 1

Samenwerkingsopdracht (2 of 3 tallen): 
  • Bijlage 2 alleen invullen.
Gebruik je theorie!!!!
timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

Bedankt voor het luisteren
Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Diapositive

Waarom haal je de zakken van het wasgoed leeg voordat je het in de machine gooit?
A
het kan andere kleding beschadigen
B
je raakt dingen kwijt
C
het kan de was verpesten
D
het is slecht voor de machine

Slide 29 - Quiz