SO 1 - per 4.


VRAAG 1.
Luister naar het eerste deel van het fragment.
De saxofoon speelt bij dit stukje vraag-en-antwoord de vraag.
Welk instrument speelt het antwoord?

Schrijf de naam van het instrument op.
Work Song (Cannonball Adderley)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


VRAAG 1.
Luister naar het eerste deel van het fragment.
De saxofoon speelt bij dit stukje vraag-en-antwoord de vraag.
Welk instrument speelt het antwoord?

Schrijf de naam van het instrument op.
Work Song (Cannonball Adderley)

Slide 1 - Diapositive



VRAAG 2.

Luister naar het hele fragment.
Na het stuk met swingende drums komt het vraag-en-antwoord thema weer terug, maar er zijn dingen in het antwoord veranderd.

Welke twee onderdelen zijn het meest veranderd?


       A. Dynamiek
       B.
Klankkleur
       C.
Melodie
       D.
Ritme
       E.
Tempo
Work Song (Cannonball Adderley)

Slide 2 - Diapositive


Dmitri Shostakovich componeerde in Rusland toen Stalin aan de macht was. Stalin heeft naar schatting 20 tot 60 miljoen doden op zijn geweten. Onder zijn bewind moest muziek arbeidslust opwekken of trots op het land uitbeelden.
Shostakovich wilde in zijn symfonieën de gruwelijke waarheid verwerken, maar riskeerde de doodstraf als dat ontdekt zou worden. Hierom heeft hij allerlei verborgen boodschappen in zijn muziek gestopt. De volgende vragen gaan over twee van zijn symfonieën.


Shostakovich - 4e symfonie

Slide 3 - Diapositive

In het volgende fragment probeert Shostakovich een bloedtransfusie muzikaal uit te beelden. We weten dit soort feiten doordat hij na Stalin's dood interviews heeft gegeven.
VRAAG 3.
Met welk soort instrumenten beeldt Shostakovich de bloedtransfusie uit?

A. Houtblazers                                        B. Koperblazers
C. Slaginstrumenten                            D. Strijkinstrumenten
Shostakovich - 4e symfonie

Slide 4 - Diapositive

De 10e symfonie staat vol met vraag-en-antwoord tussen verschillende instrumentgroepen.
VRAAG 4.
De klarinet speelt hier de vraag. Welk instrument speelt het antwoord?

A. Dwarsfluit                                   B. Fagot
C. Hobo                                             D. Piccolo
Shostakovich - 10e symfonie

Slide 5 - Diapositive

We vinden in de 10e symfonie ook veel dynamische verschillen.
VRAAG 5.
Wat is hier de juiste volgorde?

A. Crescendo, decrescendo                     B. Decrescendo, crescendo
Shostakovich - 10e symfonie

Slide 6 - Diapositive

DSCH
In de finale van de symfonie lijkt Shostakovich zijn vrijheid te vieren door zijn initialen (DSCH) om te zetten in muziek (D Eb C B). In het Duitse toonsysteem is de H een B.
Luister naar het voorbeeld van DSCH -->
Shostakovich - 10e symfonie

Slide 7 - Diapositive


VRAAG 6.
In dit fragment komt het DSCH-motief veelvuldig voor, zowel in de oorspronkelijke snelheid, maar ook sneller of aan elkaar geplakt. Luister naar het hele fragment. Welke twee instrumentgroepen spelen hier 
het motief?

A. Houtblazers                               B. Koperblazers
C. Slaginstrumenten                   D. Strijkinstrumenten
Shostakovich - 10e symfonie

Slide 8 - Diapositive

In de tijd van George Friedrich Händel  (1685 - 1759) werd de belangrijkste operastem meestal door een tiener of jong- volwassene gezongen. Er werd in die tijd vaak gekozen voor het castreren van jongetjes met een mooie stem, waardoor ze geen 'baard in de keel' kregen. Tegenwoordig wordt dit niet meer gedaan. Op conservatoria trainen veel mannen nu hun stem (topsport!!) om het geluid uit die oude tijd te benaderen, zonder dat castreren nodig is.


Qui ti sfido (Händel)

Slide 9 - Diapositive

VRAAG 7.
Leg uit wat de zanger doet, 
waardoor het lijkt alsof hij de woede (= rabbia) van het 'vuile monster' niet serieus neemt.



                              Hierbij daag ik je uit, 
                             vuil monster!
                             Kom dan, ik ben niet bang voor je
                             woede en razerij.
Qui ti sfido (Händel)

Slide 10 - Diapositive

VRAAG 8.
Welk instrument speelt hier de hoofdmelodie?

A. Dwarsfluit                 B. Saxofoon
C. Trompet                     D. Trombone
Flootie (New Cool Collective)

Slide 11 - Diapositive

Luister naar vraag-en-antwoord in beide fragmenten.
VRAAG 9.

Wat is er in fragment twee veranderd aan het
vraag-en-antwoord?
Moanin' (Art Blakey's Jazz Messengers)

Slide 12 - Diapositive

Ed Sheeran maakt in Shape of you gebruik van twee soorten van meerstemmigheid.
VRAAG 10.
Gebruik het werkblad dat je hebt ontvangen.
Vul in de hokjes een O of M in op de juiste plaats.
OCTAAF (O): dezelfde melodie tegelijk, maar precies twee keer zo hoog
MEERSTEMMIG (M):
meerdere toonhoogtes, niet alleen het octaaf

Shape of you (Ed Sheeran)

Slide 13 - Diapositive