Assisteren in de gezondheidszorg hoofdstuk 3.

Assisteren in de zorg.
De werkomgeving verzorgen.

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Assisteren in de zorg.
De werkomgeving verzorgen.

Slide 1 - Diapositive

Doelen:
De leerling weet op welke manier je zorg draagt voor een ontvangst- en werkruimte.

De leerling weet waarom een steriele werkomgeving belangrijk is.
De leerlingen weet hoe je de voorraad inventariseert en beheert.

 




Slide 2 - Diapositive

Verzorgde ruimte:
Belangrijk: netjes, schoon en gezellig.
Bij de praktijk- en ontvangstruimte.

Slide 3 - Diapositive

Steriel werken

Doel: voorkomen dat ziekten worden overgedragen.

Micro-organismen zijn kleine levende wezens die je niet met het blote oog kunt zien. Voorbeelden zijn bacteriën en schimmels.
Een steriele omgeving betekent dat er geen levende micro-organismen aanwezig zijn.



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

 Opdracht:
Lees blz. 153 t/m 159.
Maken opdracht. 3.01 t/m 3.07 (blz. 154 t/m 159).

Slide 9 - Diapositive

Persoonlijke verzorging

  • Doe lang haar op een staart.
  • Zorg voor schone kleding en trek beschermende kleding aan als dat nodig is.
  • Draag geen sieraden.
  • Zorg voor korte, schone nagels.

Slide 10 - Diapositive

De voorraad inventariseren en beheren

  • Gebruikslijst.
  • Bestelling controleren aan de hand van pakbon.
  • Opslaan in het magazijn volgens het fifo-systeem.

Fifo betekent: first in, first out. Wat het eerst is binnengekomen moet ook als eerste worden gebruikt.

Hulpmiddelen bij vervoeren zware artikelen:
  • Laadkar of tafelwagen voor kleine artikelen.
  • Steekwagen voor kratten en dozen.



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

 Opdracht:
Lees blz. 159 t/m 161.
Maken opdracht. 3.08 t/m 3.11 (blz. 159 t/m 162).

Slide 13 - Diapositive

Waarvoor is de afkorting FIFO?
A
Fast in. First out.
B
First in. First out.
C
Fast in. Fast out.
D
First in. Fast out.

Slide 14 - Quiz

Bij de verkoop van veel artikelen wordt door de supermarkten het fifo-systeem toegepast. Wat houdt het fifo-systeem in?
A
Goederen die het eerst zijn binnengekomen, worden het eerst verkocht.
B
Goederen die het eerst zijn binnengekomen, worden het laatst verkocht.
C
Goederen die het het laatst zijn binnengekomen, worden het eerst verkocht.

Slide 15 - Quiz

Wat zijn micro-organismen?
A
Schimmels en gisten
B
Bacteriën en virussen
C
Eencellige levens die met het blote oog niet ziet.
D
Alles is juist

Slide 16 - Quiz

Alle micro-organismen zijn ziekmakend
A
Ja, altijd
B
Nee alleen bacteriën
C
nee, bijv. micro-organisme om zuurkool te bereiden
D
Nee alleen schimmels

Slide 17 - Quiz

Micro-organisme kan je alleen waarnemen met...
A
De microscoop
B
Je ogen

Slide 18 - Quiz

Steriele werkomgeving betekent?
A
vrij van pathogenen
B
vrij van bacteriën
C
vrij van zichtbare verontreiniging
D
dat er geen levende micro-organismen aanwezig zijn

Slide 19 - Quiz

Om alle micro-organismen te doden moet je.....
A
reinigen
B
huishoudelijk schoonmaken
C
desinfecteren
D
steriliseren

Slide 20 - Quiz

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 21 - Diapositive