woordenschat 1.4


2
3
4
5
1
Hoe zit je erbij vandaag?
1.               2              3             4              5
😒🙁😐🙂😃
1 / 23
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon


2
3
4
5
1
Hoe zit je erbij vandaag?
1.               2              3             4              5
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Wat gaan we doen vandaag:
Afspraken maken rondom presenteren 
Naar elkaars presentaties luisteren.
Instructie woordenschat 1.4
Verder werken aan opdrachten online





Slide 2 - Diapositive

Dan geef ik nu graag het woord aan..........
Daisy
Yohanna
Esmee

Slide 3 - Diapositive

Woordenschat 1.4
Figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen

Slide 4 - Diapositive

Vorige week

Slide 5 - Diapositive

Even oefenen nog: Zoek de synoniemen in deze tekst

Vorige week ging ik naar een groot warenhuis in Amstelveen. Dat was echt enorm in omvang. Ik had nog niet eerder een winkel gezien van deze afmeting. Het personeel was er erg behulpzaam. Ik kon niet goed kiezen uit het brede assortiment winterjassen, maar doordat de werknemers zo bereidwillig waren, lukte het me toch een winterjas te vinden uit dit aanbod.

Slide 6 - Diapositive

                                   5 Synoniemen

Vorige week ging ik naar een
groot warenhuis in Amstelveen. Dat was echt enorm in omvang. Ik had nog niet eerder een winkel gezien van deze afmeting. Het personeel was er erg behulpzaam. Ik kon niet goed kiezen uit het brede assortiment winterjassen, maar doordat de werknemers zo bereidwillig waren, lukte het me toch een winterjas te vinden uit dit aanbod.

Slide 7 - Diapositive

  • Je herkent in een stuk tekst een samenstelling, tegenstelling of synoniem.
  • Je herkent en begrijp figuurlijk taalgebruik in een stuk tekst.
  • Je herkent en begrijp letterlijk taalgebruik in een stuk tekst.
  • Je legt uit wat het verschil is tussen een figuurlijk of een letterlijk stuk tekst.
Vandaag

Slide 8 - Diapositive

  •  Woorden kunnen letterlijk en figuurlijk bedoeld zijn.
  •  Figuurlijk taalgebruik: meestal om te overdrijven of iets mooier te maken.
  • Uit de rest van de zin of tekst kun je opmaken of iets letterlijk of figuurlijk is bedoeld.
  • Begrijp je het figuurlijk taalgebruik niet, typ de uitdrukking of deel daarvan in een zoekmachine en kies een betrouwbare woordenboeksite (bijvoorbeeld vandale of ensie).
Letterlijk of figuurlijk?

Slide 9 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met de uitdrukking ‘een terrasje pikken’?


Letterlijk of figuurlijk ?

Slide 10 - Diapositive


Zijn de vetgedrukte woorden letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Toen we aankwamen, was er nog geen hond te zien.


A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quiz


Zijn de vetgedrukte woorden letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Het staat zo vast als een huis dat Nurçan wordt aangenomen bij dat bedrijf.


A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz


Zijn de vetgedrukte woorden letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Jelle wil voor geen goud mee naar het Dolfinarium.


A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz


Zijn de vetgedrukte woorden letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Hayley zag geen hond die ze wilde meenemen in het asiel, toen ze daar ging kijken.


A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz


Zijn de vetgedrukte woorden letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Weet je zeker dat die ketting echt van goud is?


A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quiz


Zijn de vetgedrukte woorden letterlijk of figuurlijk bedoeld?
Mick kijkt zijn ogen uit tijdens dat technofestival


A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
Maak de opdrachten van woordenschat:
 1.1 t/m 1.4

Slide 17 - Diapositive

Rap tekst
- Zoek een stuk tekst op van een Nederlandse rapper en kijk kritisch naar de tekst. Is dit goed Nederlands?
- Staan er samenstellingen, tegenstellingen of synoniemen in?
- Staan er woorden in waarvan je de betekenis niet kent? Schrijf deze woorden op en zoek de betekenis ervan op.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Voorbeeld 1
Ik rook die appel-mint puur (Ik rook die appel-mint puur)
En het stijgt naar mijn hoofd (En het stijgt naar mijn hoofd)
Ga voor mijn boys door het vuur (Ga voor mijn boys door het vuur)
Dat heb ik ze beloofd (Se se se se)

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld 1
Ik rook die appel-mint puur (Ik rook die appel-mint puur)
En het stijgt naar mijn hoofd (En het stijgt naar mijn hoofd)
Ga voor mijn boys door het vuur (Ga voor mijn boys door het vuur)
Dat heb ik ze beloofd (Se se se se)

Slide 21 - Diapositive

Geblessed en gezegend
Alles wat we meemaakten had een reden
Stappen die we zetten waren van andere klasse
Ze zagen ons als hype, maar we bleven ze verrassen
Linkerbaan blijven gassen en je ken ons niet betasten
Soms fouten en slippertjes door de enthousiasme
We rennen veel wilskracht, Gareth Bale
Wat doe jij als niet verder kan maar verder wil
Je doet je denken aan een wagen uit een gangsterfilm
Voorbeeld 2

Slide 22 - Diapositive

Geblessed en gezegend
Alles wat we meemaakten had een reden
Stappen die we zetten waren van andere klasse
Ze zagen ons als hype, maar we bleven ze verrassen
Linkerbaan blijven gassen en je ken ons niet betasten
Soms fouten en slippertjes door de enthousiasme
We rennen veel wilskracht, Gareth Bale
Wat doe jij als niet verder kan maar verder wil
Je doet je denken aan een wagen uit een gangsterfilm
Voorbeeld 2

Slide 23 - Diapositive