4.1 De stroomkring

4.1: Elektriciteit
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

4.1: Elektriciteit

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren
  • Waarvoor gebruik je electriciteit?
  • Wanneer loopt er een stroom?
  • Waar kan stroom doorheen?
  • Hoe gevaarlijk is elektriciteit?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Waarvoor gebruik je elektriciteit?
Veel apparaten gebruiken elektrische energie.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Wanneer loopt er een stroom?
Stroom: deeltjes lopen van de + van een batterij naar de - van een batterij door stroomdraden en een apparaat (bijv. lamp)
Dat heet een stroomkring.

Stroomsterkte: hoeveel stroom er door een stroomkring loopt
Ampere (A): zo geef je stroomsterkte aan. (hoe meer stroom hoe groter de Amperes)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Accupack (grote oplaadbare batterij)

Slide 8 - Diapositive

Zonnepaneel

Slide 9 - Diapositive

Gevaar van elektriciteit
  • Grootte van de stroom is STROOMSTERKTE.  Je meet dit in AMPERE (A).

  • Stroom bestaat uit ELEKTRONEN. Hoe meer elektronen door een draad, hoe groter de stroomsterkte. Hoe hoger de Ampere.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees blauwe tekst op blz 11 en 12
  • Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 4.1
  • start woordenlijst 4.1 (let op: zelf maken!)
timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Waar kan stroom doorheen
  • Isolator: Materiaal dat geen stroom doorlaat (bijv. plastic)
  • Geleider: Materiaal dat wel stroom doorlaat (bijv. metaal en koolstof)

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees blauwe tekst op blz. 13 en 14
  • Maak opdracht 7 t/m 10 van paragraaf 4.1
  • Afmaken woordenlijst 4.1
timer
20:00

Slide 13 - Diapositive