Les Engels thuiswerken woensdag 26 januari Kleding

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 6,7

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Les Engels over kleding en kleur
Doel van deze les:
- herhalen van de woorden voor kleding
- oefenen van de woorden voor kleding
- oefenen van de woorden voor kleur

Slide 3 - Diapositive

Which clothes do
you know already?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Welk Engels woord gebruik je voor laarzen?
A
shoes
B
trousers
C
mittens
D
boots

Slide 6 - Quiz

Welk Engels woord gebruik je voor regenjas?
A
mittens
B
raincoat
C
boots
D
gloves

Slide 7 - Quiz

Welk Engels woord gebruik je voor rok?
A
dress
B
shirt
C
jumper
D
skirt

Slide 8 - Quiz

Welk Engels woord gebruik je voor riem?
A
belt
B
tie
C
trousers
D
lead

Slide 9 - Quiz

Welk Engels woord gebruik je voor trui?
A
t shirt
B
dress
C
sweater
D
coat

Slide 10 - Quiz

Welk Engels woord gebruik je voor handschoenen?
A
mittens
B
coat
C
gloves
D
hat

Slide 11 - Quiz

dress
boots
socks
pants
hat
Sleep de plaatjes naar het goede woord

Slide 12 - Question de remorquage

Doe het nog een keer
shoes
coat
skirt
shirt
mittens

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Vidéo

What are you wearing today?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Which colours have your chlothes today?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

welke 5 woorden heb je nu geleerd?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe vond je deze les?

Slide 20 - Question ouverte

well done

Slide 21 - Diapositive