Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
Lesdoel: aan het eind van de les weet je welke kaart er bij welke gelegenheid past. Je weet welke boodschap geschikt is voor de gelegendheid.
Er zijn 2 soorten kaarten:
*Kaarten met envelop
* Kaarten zonder envelop
Kaart zonder envelop.
Waar schrijf je de naam, het adres en de boodschap?
Kaart met envelop.
Waar plak je de postzegel?
Opdracht: blz. 32 opdracht 2
Opdracht:
Je gaat een kaart sturen naar de oma van Jeroen.
Zij is jarig en wordt 70 jaar.