Klas 2 les 2 wk 11 schooljaar 2022

Jacken draußen?
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Jacken draußen?

Slide 1 - Diapositive

Grej of the day!

Slide 2 - Diapositive

Programm

GOT: Elin & Liv 
GOT: Joëlla
kleines Diktat & Wiederholung
Grammatik: bezittelijke voornaamwoord

Slide 3 - Diapositive

Ihr seid dran!
1. Was fandest du gut an diesem GOT?
2. Was könnte besser sein?
3. Was war neu für dich?
4. Welche Frage hast du noch über das Thema?
5. Wie fandest du die Aussprache?
6. Welche Note würdest du geben und warum?

Slide 4 - Diapositive

Diktat - Schreibe auf, was du hörst!

Slide 5 - Diapositive

weiter geht's
  • übersetze die Wörter
  • ein/ eine - kein/ keine

Slide 6 - Diapositive

De bezittelijke voornaamwoorden

Slide 7 - Diapositive

Het bezittelijke voornaamwoord:

- geeft een bezit aan

- staat vóór een zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Diapositive

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Autos
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Autos
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Autos
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e.  Dat geldt ook voor de bezittelijke  voornaamwoorden.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord:

- Ik eet mijn banaan. / Ich esse meine Banane.

- Dat is jouw huis.     /  Das ist dein Haus.

- Waar is zijn fiets?   /  Wo ist sein Fahrrad?

Slide 10 - Diapositive

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das  Kind
die Autos
mein Mann
deine Frau
dein Kind
deine Autos
Voorbeelden:
- Mein___________ Bruder (m) hat Zahnschmerzen.
- Unser__________  Eltern (mv) sind sehr lieb.
- Euer____________ Lehrerin (v) hat Hunger.
- Ihr______________ Baby (o) schläft.

Slide 11 - Diapositive

ich
ik
du
jij
er
hij
sie
zij (ev)
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij (mv)
Sie
U
mein(e)
mijn
dein(e)
jouw
sein(e)
zijn
ihr(e)
haar
unser(e)
ons/onze
eu(e)r(e)
jullie
Ihr(e)
hun
Uw
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 12 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 13 - Diapositive

üben, üben, üben
S. 152 E24 & E25

Slide 14 - Diapositive

PW Kap 5
Kein!!!!!

Slide 15 - Diapositive

Toetsvoorbereiding-online!!!
Übung macht den Meister!

Slide 16 - Diapositive

schönes Wochenende

Slide 17 - Diapositive