Ecouter et parler Maatwerk Klas 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BONJOUR tout le monde!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Parler/Se présenter

Écouter

COMPÉTENCES DU JOUR

But: Ik kan een gesprek over vakantie begrijpen.

Tu vas écouter Arthur et Jade. Ils parlent de leurs vacances.

-> Maak aantekeningen, we luisteren 2 keer

Ecouter une conversation (1)

…is deze vakantie thuisgebleven.

1. Jade
2. Arthur

…heeft tijdens de vakantie veel gedaan.

1. Jade
2. Arthur

…is vaak aan zee geweest.

1. Jade
2. Arthur

…vraagt of de ander van het strand houdt.

1. Jade
2. Arthur

…maakt een grapje.

1. Jade
2. Arthur

Hoe was het weer?

1. Il a fait froid
2. Il a fait chaud
3. Il a fait mauvais
4. Il a fait beau

Hoe lang is Arthur op vakantie gebleven?

1. 3 weken
2. 2 weken
3. 1 week
4. 4 weken

Welke activiteit heeft Jade NIET gedaan?

1. Lire les magazines
2. Visiter parcs d’attraction
3. Faire shopping
4. Faire la natation

But: Ik kan een gesprek over familie begrijpen.

Tu vas écouter Léon et sa mère. 

Ils parlent de la fête d’oncle Pierre.

Ecouter une conversation (2)

De moeder van Léon wil dat hij wat anders gaat doen.

1. Vrai
2. Faux

Léon heeft direct zin in het feest van oom Pierre.

1. Vrai
2. Faux

Er komt alleen familie op het feest.

1. Vrai
2. Faux

De moeder van Léon beschrijft Léna.

1. Vrai
2. Faux

Léon wil Léna graag zien.

1. Vrai
2. Faux

Tekst

Tu habites où?

Comment tu t'appelles?

Il pleure pourquoi?

C'est qui ton meilleur ami?

Qu'est-ce que c'est?

Ton anniversaire, c'est quand?

Tu as combien de frères?

Waar

Hoe

Waarom

Wie

Wat

Wanneer

Hoeveel

Doe een interview met je buurman/buurvrouw

Nederlands	Frans
Hoe gaat het?	Comment ça va?
Wie is je vriend/vriendin?	Qui est ton ami/amie?
Welk vak vind je leuk?	Quel matière préfères-tu?
Wat vind je heel erg leuk?	Qu'est-ce que tu adores?
Waar woon je?	Où habites-tu?
Wanneer ben je vrij vandaag?	Quand sors-tu aujourd'hui?

wordwall.net

Au revoir!