Jong en oud hoofdstuk 4 Lorenzcurve

Hoofdstuk 4 Jong en oud
Lorenzcurve
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Jong en oud
Lorenzcurve

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

"gelijkheidslijn"
inkomensverdeling "Land A"
Lorenz curve 
Geeft aan in welke mate de inkomensverdeling afwijkt van een geheel gelijke inkomensverdeling

LET OP:
Cumulatieve percentages!

Slide 3 - Diapositive

lorenz curve
horizontale as:
  • bevolking van 0 tot 100%, geordend op inkomen (hier: groepjes van 10%)

verticale as:
  • het inkomen dat CUMULATIEF wordt verdient van het totale inkomen
  • je start bij 0% en eindigt bij 100%

Slide 4 - Diapositive

lorenz curve
  • Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 40 % armste mensen?
  • 16,4 %
  • Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 60 % rijkste mensen?
  • 100 % - 16,4 % = 83,6 %
  • Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 20 % rijkste mensen?
  • 100 % - 58,5 % = 41,5 %

Slide 5 - Diapositive

lorenz curve
Wat is de verhouding tussen de 20 % rijkste mensen en de 20 % armste mensen

20 % rijkste: 41,5 %
20 % armste: 4,6 %

41,5/ 4,6 = 9,02

Het rijkste kwintiel verdient 9,02 keer zo veel als de armste kwintiel

Slide 6 - Diapositive

Primair en secundair
Primaire inkomens 
+ toeslagen en uitkeringen
- belastingen en sociale premies =
Secundaire inkomens

Slide 7 - Diapositive

Inkomensverdeling
Inkomensherverdeling in de Lorenz curve:

- Rode lijn: primaire inkomens
- Blauwe lijn: secundaire inkomens

Bij een progressief stelsel komt lorenz 
curve van secundaire inkomens dichterbij
diagonaal te liggen

Slide 8 - Diapositive

Wat is een andere naam voor het Besteedbaar inkomen?
A
Primair inkomen
B
Secundair inkomen
C
Tertiair inkomen

Slide 9 - Quiz

Secundair inkomen =
A
Primair inkomen + belasting - uitkering
B
Primair inkomen - belasting - uitkering
C
Primair inkomen + uitkering - belasting
D
Primair inkomen + belasting + uitkering

Slide 10 - Quiz

De lorenzcurve geeft een beeld van de hoogte van de inkomens
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Lieke verdient twee keer zoveel als Melisse. Beiden krijgen een loonsverhoging van € 200. Het gevolg van deze verhoging is dat
A
De inkomens worden genivelleerd
B
De inkomensverhoudingen gelijk blijven
C
De inkomensverdeling schever wordt
D
De inkomensverdeling rechtvaardiger wordt

Slide 12 - Quiz

Door nivellering komt de lorenzcurve verder van de diagonaal af te liggen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De overheid komt geld tekort. De algemene heffingskorting wordt daarom met € 400 verlaagd. Het gevolg is dat de
A
inkomens worden genivelleerd
B
De inkomensverhoudingen gelijk blijven
C
inkomens worden gedenivelleerd
D
inkomensverdeling rechtvaardiger wordt

Slide 14 - Quiz

De overheid komt geld tekort. De algemene heffingskorting wordt met € 400 verlaagd. Het gevolg is dat de lorenzcurve van de netto-inkomens
A
krommer wordt
B
minder krom wordt
C
samenvalt met de diagonaal
D
niet verandert

Slide 15 - Quiz

De verdeling van de brutolonen van Nederland is schever dan die van Zweden, terwijl het gemiddelde brutoloon in beide landen even hoog is. Een leraar oppert daarvoor twee verklaringen:
1) De belastingen zijn in Nederland hoger dan in Zweden
2) Het minimumloon is in Nederland lager dan in Zweden
A
Verklaring 1 is juist, verklaring 2 is onjuist
B
Verklaring 1 is onjuist, verklaring 2 is juist
C
Beide verklaringen zijn juist
D
Beide verklaringen zijn onjuist

Slide 16 - Quiz