FPZ theorie hdst 1 t/m6

noem zoveel mogelijk termen die je in de afgelopen weken geleerd hebt.
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
FPZMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

noem zoveel mogelijk termen die je in de afgelopen weken geleerd hebt.

Slide 1 - Question ouverte

Wat wordt bedoelt met symptomatische therapie?
A
Als de klachten worden verlicht?
B
Als de oorzaak van de kwaal wordt bestreden
C
Als een lichaamseigen stof wordt toegevoegd?
D
als er met kruidengeneesmiddel gewerkt wordt

Slide 2 - Quiz

Wat is geen doel kan palliatieve therapie ?
A
genezen van de ziekte
B
bestrijden van symptomen van de ziekte
C
verminderen van pijnklachten
D
verlengen van leven van de patient

Slide 3 - Quiz

Een zetpil kan voor een lokale als systemische toediening gebruikt worden?
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

geneesmiddelen werken niet allemaal even snel. In welke volgorde neemt de snelheid van werking toe?
A
zetpil, tablet, drank, parenterale toediening
B
parenteraal,drank, zetpil , tablet
C
tablet , zetpil , parenteraal, drank
D
tablet, zetpil, drank , parenteraal

Slide 5 - Quiz

Een geneesmiddel kent soms meerdere doseringen afhankelijk van het doel waarvoor het gebruikt wordt ?juist of niet juist

Slide 6 - Question ouverte

van welke factoren hangt het af
hoe een dosering bepaalt wordt

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Waarmee kan een geneesmiddel een interactie aangaan? noem zoveel mogelijk mogelijkheden

Slide 9 - Question ouverte

beschrijf de term interactie

Slide 10 - Question ouverte

Welke problemen kunnen ontstaan bij het gebruik van een of meerdere geneesmiddelen? welke is niet juist?
A
meer of ernstige bijwerkingen
B
versterkte werking van een of beide middelen
C
ziekenhuis opname door bijwerkingen
D
het opwekken van een allergie van beide middelen

Slide 11 - Quiz

Welke stoffen kunnen de opname van geneesmiddelen makkelijk beïnvloeden?
A
betablokkers
B
laxantia
C
alfablokkers
D
calciumantagonisten

Slide 12 - Quiz

noteer zoveel mogelijk manieren hoe een interactie kan ontstaan

Slide 13 - Question ouverte

Wat weet je al van contra-indicaties? noem voorbeelden

Slide 14 - Question ouverte

noem een meest voorkomende bijwerking

Slide 15 - Question ouverte

Waar worden bijwerkingen in Nederland geregistreerd?

Slide 16 - Question ouverte

noem drie verschillende manieren waarop bijwerkingen kunnen ontstaan

Slide 17 - Question ouverte

Fase 1.
wordt met kleine doseringen vooral gekeken naar de veiligheid van het geneesmiddel.
Hoe de opname verloopt en hoe het lichaam het middel verwerkt.
Het functioneren van lichaamsfuncties wordt, evenals optredende bijwerkingen, nauwkeurig geregistreerd.
bij deze studies in deze fase zijn kleine groepen vrijwilligers geregistreerd.

Slide 18 - Diapositive

Fase 2 
Het geneesmiddel wordt getest op ong. 200 tot 300 patienten 
Er wordt vooral gelet  o de werkzaamheid en er wordt gezocht naar de optimale dosering van het geneesmiddel.

Slide 19 - Diapositive

Fase 3
op grote schaal ( in meerdere centra wereldwijd)
- de effectiviteit 
- verdraagbaarheid
veiligheid 
van het nieuwe geneesmiddel op grote groepen patienten  onderzocht.
Hierna komt het geneesmiddel op de markt 
De registratie is akkoord.

Slide 20 - Diapositive

Fase  IV 
Het onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van het nieuwe geneesmiddel gaat door 

In deze fase  worden de gegevens van tienduizenden (nieuwe) patienten verzameld.
Voorbeeld is Brilique   
Daarbij werden bij aflevering vragen formulieren meegegeven aan de patient  die ingevuld moesten worden over de werking en bijwerkingen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

omschrijf precies de term bijwerking

Slide 23 - Question ouverte

Noem drie verschillende manieren waarop bijwerkingen ontstaan
Tekst

Slide 24 - Diapositive

noem drie verschillende manieren waarop bijwerkingen ontstaan?

Slide 25 - Question ouverte

zoek de belangrijkste bijwerkingen van Diclofenac. welke groep geneesmiddelen valt het ?

Slide 26 - Question ouverte

de bijwerkingen van enalapril en de groep opzoeken

Slide 27 - Question ouverte