(3havo/vwo) H4 Engeland van industrie naar hightech paragraaf 2

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H4
  • maken opdracht
  • nabespreken paragraaf
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de rol is van steenkool, in het bijzonder voor de ontwikkeling van de (textiel-)industrie.
  • welke factoren geleid hebben tot de ineenstorting van de textielindustrie in Manchester.
  • een aantal voorbeelden noemen van vernieuwing in Manchester.
  • kenmerken beschrijven van hightechbedrijven.
  • uitleggen waarom hightechbedrijven zich graag bij elkaar vestigen.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H4
  • maken opdracht
  • nabespreken paragraaf
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de rol is van steenkool, in het bijzonder voor de ontwikkeling van de (textiel-)industrie.
  • welke factoren geleid hebben tot de ineenstorting van de textielindustrie in Manchester.
  • een aantal voorbeelden noemen van vernieuwing in Manchester.
  • kenmerken beschrijven van hightechbedrijven.
  • uitleggen waarom hightechbedrijven zich graag bij elkaar vestigen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Diapositive

Manchester: beroemd van?

Slide 4 - Diapositive

De eerste industriestad

  • Waarom juist in Noord-Engeland?
  • En waarom specifiek in Manchester?

Slide 5 - Diapositive

Waarom Manchester?

Slide 6 - Diapositive

Wat valt op aan de locatie van de fabrieken?

Slide 7 - Diapositive

De eerste industriestad
  • In Manchester begon industriële revolutie -> textielfabrieken

  • Textielfabrieken stonden aan kanaal vlakbij een steenkolenmijn, omdat:                                   - nodig is voor de stoommachines                     - lastig en duur is om te vervoeren

  • Vindtplaats steenkool en transportkosten waren belangrijke locatiefactoren voor een textielfabriek

Slide 8 - Diapositive

Wat heb je nog meer nodig voor fabrieken?

Slide 9 - Diapositive

Andere belangrijke factoren:
 Waarom?
Andere belangrijke factoren textielfabrieken:
  • kennis en ervaring spinnen en wevers (veel arbeidskrachten)
  • aanwezigheid slimme ondernemers --> massaproductie van textiel met goede stoommachines
  • ligging dichtbij een grote haven --> aanvoer van katoen


Slide 10 - Diapositive

Manchester: crisis en vernieuwing
Toch kwam er een omslag:

  • Van crisis (verval, armoede en werkloosheid)
    Hoe kwam dat?

Slide 11 - Diapositive

Crisis en vernieuwing
  • Na 1970 crisis Manchester
  • Locatiefactoren zijn veranderd
  • Lagelonenlanden (concurrentie)
  • Dienstensector komt op
  • Moderne stad

landen waar de productie van goederen goedkoper kan worden gedaan dan in West-Europese landen (de lonen zijn daar lager)

Slide 12 - Diapositive

Manchester van industrie naar hightech

Slide 13 - Diapositive

Hightech in Manchester 
Manchester: vestiging bedrijven hightechindustrie: medicijnen, biotechnologie, micro-elektronica

Kenmerken: kennisintensief, footloose, multinationale ondernemingen


Slide 14 - Diapositive

Hightech in Manchester 
Waarom vestigen footloose hightechbedrijven zich in en nabij Manchester?
Agglomeratievoordelen: Het voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij elkaar zitten.




Slide 15 - Diapositive

Agglomeratievoordelen

Slide 16 - Diapositive

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H4 van industrie naar hightech + B194, B195, B208, B209, B211
maken opdracht 1,3,4,5,7
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 58/59
  • werkboek blz. 68/69/70
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

herhalen/nabespreken

Slide 18 - Diapositive

Welk begrip hoort bij deze uitleg?
Wat je nodig hebt om iets te maken: arbeid, kapitaal en natuur. Heet ook kapitaalgoed.
A
Grondstof
B
Katoen
C
Productiemiddel
D
Dienstensector

Slide 19 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een grondstof?
A
Katoen
B
Olie
C
Steenkool
D
Arbeid

Slide 20 - Quiz

vandaag heb ik geleerd:

Slide 21 - Question ouverte

vandaag vind ik nog moeilijk:

Slide 22 - Question ouverte