Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
1.2 Onvrede in de Nederlanden
3 paragrafen over de Nederlandse Opstand
1.2 Aanleiding
1.3 Begin van de Opstand
1.4 Einde van de Opstand
(Volgorde en jaartallen belangrijk!!)
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
Je kunt drie redenen noemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.
Slide 2 - Diapositive
De Nederlanden
Rond 1550 bestonden de Nederlanden uit 17 gewesten
Het centrale bestuur lag in de hoofdstad Brussel
In de gewesten hielp de stadhouder als plaatsvervanger van Karel V (en later Filips II) mee met het bestuur
De landvoogd(es) was in de Nederlanden plaatsvervanger van de Spaanse koning (ofwel: landsheer over de Nederlanden)
Slide 3 - Diapositive
Streven naar centraal bestuur
De Nederlanden waren opgedeeld in zeventien gewesten met eigen bestuur en wetten
Karel V wilde als landsheer over de Nederlanden een centraal bestuur doorvoeren met behulp van ambtenaren
De Nederlandse adel was hier niet blij mee, want daardoor verloren zij macht
In 1555 volgde Filips II zijn vader Karel V op en wat vooral in Spanje aanwezig
Slide 4 - Diapositive
Landvoogd en stadhouders
Slide 5 - Diapositive
Zelfstandig verder? 1.2
1.1 helemaal in orde?
Groep A:
Meedoen met rest uitleg/ opdrachten maken/check met test jezelf/leerdoelen checken/ leerdoelen uitwerken + inleveren
Groep B:
Tekst lezen/opdrachten maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ leerdoelen uitwerken en inleveren
Groep C:
Tekst lezen/samenvatting maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting en leerdoelen uitwerken en inleveren
Groep D:
Filmpjes kijken/vergelijken met leerstof/ samenvatting van filmpjes en leerstof/ check met test jezelf/ leerdoelen uitwerken en verslag inleveren
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt drie redenen noemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.
Slide 7 - Diapositive
Verzet tegen de Spaanse koning
Oorzaken van de opstand in de Nederlanden:
Nederlandse edelen wilden geen centraal bestuur
Veel Nederlanders waren tegen vaste belastingen
Veel Nederlanders waren tegen de strenge vervolgingen van ketters
In 1566 vroegen de edelen of de kettervervolging konden stoppen (smeekschrift)
Slide 8 - Diapositive
De Beeldenstorm
Na het smeekschrift durfden protestanten weer hagenpreken te houden
Tijdens een hagenpreek werden de mensen opgehitst en gingen een katholiek klooster vernielen
Hierna werden steeds meer kerken in de Noordelijke gewesten vernield
Filips II stuurde vanuit Spanje een strenge legergeneraal (hertog Alva) om de ketters maar ook de hoge edelen (want zij hadden niets gedaan) flink aan te pakken!
Na het sturen van Alva vluchtte de hoge edelman Willem van Oranje naar het Duitse Rijk
Slide 9 - Diapositive
Begrippen
Gewest : een soort provincie in de Nederlanden, met eigen wetten, munten en bestuurders.
Landvoogd(es): persoon die uit naam van de Spaanse koning de Nederlanden bestuurt.
Stadhouder (in de Spaanse tijd) : plaatsvervanger van de koning in een gewest.
Hagenpreek : bijeenkomst van protestanten in de openlucht.
Beeldenstorm : de vernieling en plundering van katholieke kerken en kloosters in de Nederlanden in 1566
Slide 10 - Diapositive
Zelfstandig verder? 1.2
1.1 helemaal in orde?
Groep A:
Meedoen met rest uitleg/ opdrachten maken/check met test jezelf/leerdoelen checken/ leerdoelen uitwerken + inleveren
Groep B:
Tekst lezen/opdrachten maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ leerdoelen uitwerken en inleveren
Groep C:
Tekst lezen/samenvatting maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting en leerdoelen uitwerken en inleveren
Groep D:
Filmpjes kijken/vergelijken met leerstof/ samenvatting van filmpjes en leerstof/ check met test jezelf/ leerdoelen uitwerken en verslag inleveren