Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Je kunt -de persoonsvorm-het (werkwoordelijk) gezegde -het onderwerp -en het lijdend voorwerp in de zin vinden
De antwoorden:
pv = heeftow = Mijn moeder
gez = heeft gebakken
lv = een taart